Inhoud
Baan
Definitie
Onder baan of ‘golfbaan’, ook wel 'golf course' genoemd, wordt het hele buitenterrein verstaan waarop golf wordt gespeeld. Dit meestal op een baan van 18 holes of van 9 holes. Bij banen groter dan 18 holes, bv. 27, 36 of 45 holes, spreekt men vaak van 9 holes lussen. Bij een binnenbaan spreken we van ‘indoor golf’.
Het terrein of gebied buiten de baan wordt: ‘Buiten de baan’ of ‘Out_of_bounds’ genoemd.
Ontwerp van Alan Rijks, tekening Van Empelen van Aalderen Partners B.V. landschapsarchitecten.
Kortere banen
Een hele korte baan welke met de pitching wedge en de putter gespeeld kan worden, wordt een 'pitch-and-putt baan' genoemd. Daarnaast zijn er nog zgn. par-3 banen die groter zijn dan de Pitch-and Putt. Soms ook gecombineerd met andere vormen van balspel als voetgolf.
Relatief jong zijn de Shortgolfbanen (Nederland telt anno 2011 zeker 11 shortgolfbanen), 9 of 18 holes banen met hole lengtes variërend van 45 tot 150m.
Golfregels
Welke relatie heeft de baan met de spelregels? Graag verwijzen wij hiervoor naar de meest recente Golfregels en Amateurstatus Regels van de Nederlandse Golf Federatie of naar Rules of Golf and the Rules of Amateur Status.
Verwezen wordt naar:
Deel II Definities:
Abnormale terreinomstandigheden – Abnormal ground conditions.
Afslagplaats – Teeing ground
Baan – Course
Buiten de baan – Out-of-Bounds
Door de baan – Through the Green
Grond in bewerking – Ground under Repair (GUR)
Gravend dier - Burrowing animal.
Green – Putting green
Hindernissen – Hazard
Laterale Waterhindernis – Lateral water hazard
Losse natuurlijke voorwerpen – Loose impediments
Obstakels – Obstructions
Tijdelijk water – Casual water
Vlaggenstok – Flagstick
Waterhindernis – Water hazard
Functie
De functie van de baan is het zijn van de ruimte waar de golfer zijn/haar spel speelt. Hierbij zijn van kracht de spelregels, etiquette en reglement zoals vastgelegd in “Golfregels” (goedgekeurd door The Royal and Ancient Golf Club of St Andrews – R&A Rules Limited) en baanreglementen (door een club of baaneigenaar gestelde regels).
Hiernaast zijn van kracht de “DECISIONS on the rules of golf”. Waar deze regels door de baan niet meer van toepassing zijn, is Buiten de baan of Out_of_Bounds.
Voor meer informatie: zie ook tee, fairway, green, rough, pad, waterhindernis, natuur en kunstgras.
De speler (golfer) probeert de bal met een golfclub (driver, fairwaywood/hout, ijzer of wedge), vanaf de afslagplaats (op de tee of teebox), in zo min mogelijk slagen in de hole (de cup) te spelen. De golfbaan omvat een complex van meerdere hectares grond waarop de te spelen holes zijn uitgelegd + overige terreininvulling en gebouwen. Dit kunnen zijn naast de rough, welke rondom de holes is gelegen, ook overige stukken natuur of cultuurgrond, oefenhoeken als pitch-, chip- en puttinggreen, verbindingspaden en wegen (infrastructuur), soms ook een waterhindernis.
Kennismaking
De kennismaking met de baan begint bij aankomst met de toegangsweg, welke sterk kan verschillen per baan, per land en per contingent. Van eenvoudige oprijlaan tot statige toegangswegen al dan niet voorzien van slagbomen en bewaking.
Vervolgens is het veelal de parkeerplaats en daarna het clubhuis, waar de bezoeker kennis mee maakt. Hier begint ook de oriëntatie of misschien wel het zoeken. Informatieoverdracht en communicatie met de bezoeker is hier dan ook van wezenlijk belang. Graag verwijzen we dan ook naar de hoofdstukken Toegangsweg, Parkeerplaats, Bewegwijzering, Informatieoverdracht en Clubhuis.
Thuisbaan topspelers aangeven
Banen met eigen leden, ook wel clubbanen genoemd, naast privé-banen met meerdere playing-eigenaren, kunnen golfers voortbrengen die zich binnen de top-golfsport weten te onderscheiden. In Nederland geldt dit vrij recentelijk voor Robert-Jan Derksen, Maarten Lafeber, Joost Luiten, Tim Sluiter, Wil Besseling, Taco Remkes, Reinier Saxton en Robin Kind. Bij de dames kunnen we denken aan Christel Boeljon en Dewi-Claire Schreefel.
Ook in het buitenland kennen we thuisbanen van beroemde spelers. Ter ere van hun golfprestaties kunnen golfbanen hier op diverse manieren blijk van geven, ook binnen het clubhuis (zie daar), zoals op onderstaande foto's aangegeven.
Memorie
Er zijn golfbanen waar overleden leden (van verdienste) worden geëerd met een kunstwerk, een memorie garden of een memorie lane. Dit kan zijn toegepast in het clubhuis of ergens op de golfbaan.
Vorm
Een golfbaan beslaat vele hectares grondoppervlak, ingevuld met vele tot de golfbaan behorende onderdelen. Een overzicht van dit krijgen we niet vaak te zien of er moet een plattegrond of luchtfoto aanwezig zijn. Wel de onderdelen, de holes, paden en wegen, de rough en eventuele bospartijen, waste-lands, waterhindernissen of andere locale onderdelen.
Vormgeving van de baan vindt plaats tijdens de aanleg, renovatie of uitbreiding door een specialistisch geschoolde architect, de golfbaanarchitect. Het ontwerp wordt ook wel genoemd de 'golfcourse design'. De functie van het ontwerp (aanleg of wijziging/uitbreiding), is van belang voor het Besluit M.E.R. (Milieu Effect Rapportage).
Golfbaanarchitect is een specialisatie binnen de hogere Beroepsopleiding voor Tuin- en Landschapsarchitectuur. De kwalificatie golfbaanarchitect is (nog) geen zelfstandig erkende en gekwalificeerde opleiding in Nederland, maar een specialisatie. Bekende Nederlandse golfbaanontwerpers zijn o.a. Michiel van der Vaart, Gerard Jol, Alan Rijks, Peter Klerkx en wijlen Joan Dudok van Heel.
Binnen de lay-out van de baan en de hole, speelt de architect met de lengte, de breedte, hindernissen en vormgeving van de holes. Bekende vormen zijn bijv. de dogleg holes die met een knik, links- of rechtsom, zijn aangelegd.
Maar ook het gebruik maken van waterpartijen, sloten, rivieren, meren of zelfs de zee, van bomen en boomgroepen, ravijnen, hoogtes en laagtes zijn bekend en geven de baan een speciaal karakter of belevingselement. Deze leveren ook vaak de herinneringsbeelden bij spelers.
Door grondschaarste kunnen banen ook dicht op elkaar liggende holes bevatten. In het verleden werden ook veel banen aangelegd op een landgoed, later ook meer op gronden met van origine agrarische bestemming of openluchtrecreatieve bestemming.
Begraafplaats
Niet zo zeer vanuit de vormgeving maar eerder vanuit de situering van beschikbare grond, zijn op verschillende plaatsen golfbanen gelegen aan, langs of nabij begraafplaatsen of graven. Veelal ook in samenhang met een kerk.
Ook zijn er golfbanen waarop overleden leden worden geeerd, zie hierboven onder:Memorie.
Baan opbouw
Golfbanen variëren in lengte, in lay-out, samenstelling, natuur- en cultuurcomponenten, accessoires, voorzieningen e.d. Een volledige baan bestaat uit 18 holes, opgebouwd uit 2 x 9 holes, die wel worden aangeduid als de ‘eerste negen’ (front nine, first nine, out, outward nine of ook wel outward half genoemd) en de ‘tweede negen’ (back nine, homeward half of ook wel “in” genoemd).
De eerste negen of front nine zijn de holes die van het clubhuis afspelen, de holes 1 t/m 9. De tweede negen of back nine, de negen holes die terugspelen naar het clubhuis, de holes 10 t/m 18 dus. Traditioneel zijn de 18 holes banen tussen de 5000 en 6500m lang en uiteenlopend van moeilijkheidsgraad.
Afhankelijk van ligging, inrichting en functie hebben holes bijnamen gekregen als half-way hole, blinde hole, waterhole, belhole, slothole e.d.
Mede afhankelijk van de terreinomstandigheden kunnen speciale paden of wegen zijn aangelegd voor de al dan niet verplichte buggy's (carts). Dit pad vergt specifieke aandacht bij aanleg en inrichting.
Ter verduidelijking voor de golfer, zijn binnen de baan velerlei soorten van communicatie en baanmarkeringen in gebruik, dit ten behoeve van bijvoorbeeld GUR, waterhindernis, Out-of-Bounds e.d.
Zoals eerder aangegeven is de baan opgebouwd uit 18 of 9 holes; iedere hole is opgebouwd uit een afslagplaats (op de tee of teebox), de fairway (fairgreen) en de green.
Dit stuk golfbaan van tee tot hole, wordt ook wel aangeduid als ‘de hole’, terwijl ook de cup op de green, waarin de bal moeten worden uitgeholed, de hole wordt genoemd.
Door de baan kan een kunstmatige hindernis zijn aangebracht of van nature aanwezig zijn, waaronder bunkers, waste-area's, vormen van water, bomen, restanten van een dode boom, natuurbiotopen, beplanting als bloemperken, heesterpartijen, GUR (ground-under-repair), obstakels e.d.
Of een door de speler als hindernis ervaren situatie volgens de regels ook een ‘hindernis’ is, geeft het Regelboekje aan. Zie ook Golfregels.
In bepaalde gevallen is er een dropping zone vastgesteld en gemarkeerd, veelal op de fairway, de plaats waarbinnen de bal mag of moeten worden gedropt.
Er zijn banen waar bv. door gebrek aan voldoende ruimte, de inrichting van de baan zodanig is uitgevoerd, dat er kruisingen plaatsvinden van holes (zie Hoofdstuk Fairway), of hole met drivingrange.
Ook kunnen banen zijn opgesplist in meerdere lussen, doorsneden met openbare weg, spoorlijn, autosnelweg, kanaal of rivier.
Par 3, par 4 en par 5 holes
Wat betekent Par (Professional Average Result)?
Men onderscheidt binnen de baan over het algemeen 3 holes; de par 3, par 4 en par 5 holes, naar gelang hun afstand van tee tot hole. Sporadisch komt een par 6 hole voor (hole met een uitzonderlijke lengte van 630m of langer (540m voor dames), in het buitenland maar in het verleden ook in Nederland. Op Golfbaan Regthuys in Winkel – Nederland, heeft men enige tijd een par 6 gehad. Deze was met 674m de langste hole van Europa, zo zegt men. Ook zijn er banen waar de par 3 of de par 5 ontbreekt. Hier is geen voorschrift voor bekend.
Afwijkend en uitzonderlijk is bijv. Legend Golfcourse, de langste 18 holes baan met een 19th hole, par 3. Deze baan is gelegen in het Entabeni Game Reserve, Zuid-Afrika, op ca. 300km ten noorden van Johannesburg. Het betreft hier de langste par 3 ter wereld, waarbij de afslagplaats is gelegen op 430m boven de green en waar je met een helikopter naartoe wordt gebracht. De green is aangelegd in de vorm van het Afrikaans contingent met het eiland Madagaskar. Balvlucht 30sec.
Een baan is opgebouwd uit drie wezenlijke onderdelen, te weten:
- a. De afslagplaats op de tee,
- b. De fairway,
Binnen de baan kunnen hindernissen en obstakels voorkomen, van nature of kunstmatig aangebracht. Hindernissen zijn bunkers en waterhindernissen. Een boom door de baan is van andere orde, levend of dood.
Par is het aantal slagen dat een speler nodig heeft voor de standaard score van een hole, gebaseerd op twee putts. Uitgaande van een professional speler of scratch speler. Heeft een golfbaan alleen par 3 holes, dan spreken we van een par 3 baan, dit zijn vaak niet meer dan 9 holes.
- Lengte van een par 3 hole: van ca. 75 tot ca. 200m (afwijkingen zijn mogelijk).
- Lengte van een par 4 hole: van ca. 200 tot ca. 400m (afwijkingen zijn mogelijk).
- Lengte van een par 5 hole: van ca. 400 tot ca. 550m (afwijkingen zijn mogelijk).
Blinde hole en Dog leg
Er is sprake van een blinde hole wanneer de speler tijdens de afslag de green niet kan zien door de voor hem oplopende fairway en hij als het ware in de lucht kijkt. De speler voert hier een blinde slag uit, hij ziet het doel niet vanaf de plaats waar hij staat. Om de speellijn aan te geven wordt wel een richtingpaal in de fairway geplaatst.
Ook bij een dogleg kan het voorkomen dat je de green niet kunt zien, zo ook op een bosbaan, parkbaan of duinbaan, maar dan is er geen sprake van een blinde hole. In die gevallen kun je wel een doel bepalen en sla je niet 'blind'. Verder zijn er banen waar de rough tussen de tee en de fairway zodanig omvangrijk is, dat de hole bijna een blinde hole is. Zie foto.
Dropping zones
Binnen de baan kunnen op de fairway gemarkeerde dropping zones zijn vastgesteld en gedurende de winterperiode ook een wintertee en wintergreen. Dropping zones zijn plaatsen waarbinnen de bal mag of moet worden gedropt, volgens de ‘local rules’.
Redenen voor het hanteren van dropping zones kunnen zijn;
- a) het ontbreken van een logische plek voor een reguliere drop,
- b) vermijden van een onterecht nadeel,
- c) verbeteren van een vlotte doorgang,
- d) bescherming van lokaal terrein.
Binnen een moderne visie gericht op duurzaamheid, kan groen krachtiger gelden als uitgangspunt bij besluitvorming. Hierbinnen past kapitalisering van groen en bomen. De natuurlijke elementen als water, wind, lucht, zon en grond vragen om een toekomst gerichte benadering. Voor ontwerpers is hierbij de inpassing in het landschap een belangrijk aandachtspunt. Zaken als beplanting in relatie met grondsoort, infiltratie van hemelwater, begroeiing van verticale elementen, alternatieve verlichting e.d. zijn onderdelen binnen de baan die in de toekomst om een omslag vragen in de denkwijze over gebruik, inzet en keuze.
Lussen
Een standaard golfbaan bestaat uit 18 holes. Bij meerdere holes, bv. 27, 36 of 45 spreekt men van 9 holes lussen. Twee gecombineerde lussen, die bij 27 holes of meer, wisselend kunnen zijn, vormen een 18 holes baan. Deze lussen zijn op veel banen voorzien van een naam, zoals Noord, Oost, Zuid, Appelgaard, Kersengaard, Perengaard, rood, geel, blauw of Nijmeegse baan, Groesbeekse baan e.d.
Op de starthole van elke lus, zijn vaak voorzieningen getroffen zoals op de eerste hole van de 18 holes baan of op de eerste hole van een 9 holes traject. Dit kan bestaan uit bv. een combinatie van bank, balwasser, klok, informatiebord, balspiraal of zelfs een starter- of marshalhuisje.
Van Links tot Bosbaan
Al naar gelang de ligging van de baan, bijvoorbeeld aan de kust, in een parkachtig landschap, de duinen, polder of weilandgebied, watergebied, bosgebied, bergen of bij een Hotel, worden banen wel aangeduid als; parkbaan, duinbaan, polderbaan, waterbaan (waterhole is een hole waarin [een] waterhindernissen is [zijn] opgenomen), bosbaan, bergbaan of resort golf (gekoppeld aan en bij een hotel of woonresort). Daarnaast zijn er ook niet linksbanen gelegen op rotskusten, direct aan zee.
Al deze baanvormen kunnen spectaculaire holes opleveren, zowel om naar te kijken als om te spelen. Soms maken ze de keuze van wel of geen buggy gebruiken, niet gemakkelijk. Op diverse banen is die keuze reeds gemaakt door de baan zelf en bent u bv. verplicht om een buggy te gebruiken.Bosbaan
Duinbaan
Kustbaan
Er zijn diverse golfbanen die langs de kust liggen, niet specifiek in duinen en niet specifiek linksbaan zijn. In diverse landen liggen fraaie parkbanen dicht aan de kust, met vaak fraaie panorama's op zee of oceaan.
Clifbaan
Linksbaan
Een baan gelegen in een kuststrook aan of nabij de zee, veelal op zandige grond die teruggewonnen is van de zee, waarbij de wind een factor van belang is en geen bomen voorkomen, wordt een linksbaan genoemd.
Banen in zuidelijke landen die weinig tot geen beplanting kennen en na hete zomers dor en droog zijn, zonder gras, doen denken aan woestijnbanen.
Natuurbaan of landschapsbaan
Parkbaan
Polderbaan
Bergbaan
Bijzondere baansoorten
Bijzondere baansoorten of (soms afwijkende) vormen van golf zijn o.a. woestijngolf, strandgolf, streetgolf of urban golf en harbour golf. Om maar niet te spreken van voet(bal)golf en boerengolf. In de meeste gevallen is er geen sprake van een golfbaan, maar van varianten waarbij holes worden uitgezet met speciaal aangelegde afslagplaatsen (gestabiliseerd zand), afslagmatten of kunstgrasgreens.
The Links Valley - Ermelo
The Links Valley is de eerste “reversible golf course” in Europa. Een unieke 9 holes golfbaan, gelegen op Landgoed Ullerberg in Ermelo. 9 Holes waarvan de fairways van twee kanten kunnen worden bespeeld en waarbij je optisch en speeltechnisch een andere baan beleefd. Op hole 10 pak je de naast de green van 9 liggende tee, speelt via de fairway van 9 naar de green van 8, nu hole 10. Vervolgens de daar, naast green 9 liggende tee voor hole 11 en speelt via de boomfairway van 8 naar de boomgreen van hole 8, nu hole 11, enz. Een echte Linksbaan met de niet te verwaarlozen factor wind, zowel in de vallei als ook op de hoogvlaktes.
Streetgolf
Het 'streetgolf', 'straatgolf’ of ook wel 'urban street golf' is een variant op golf, waarbij met een lichtere versie van een golfbal (ca. 13.5gr), op straat wordt gegolfd; de urban golfer kiest een doel uit (openstaande deur, een paaltje aan de overkant van de gracht, een boom, een afvalbak en probeert dat te raken (dit volgens Luitzen).
Boerengolf
Boerengolf wordt gespeeld met een klomp aan een stok en met een dikke bal, in het weiland nabij een boerderij.
Pitch-and-putt of short course
Is de baan zodanig opgebouwd dat ze alleen zeer korte holes heeft die met pitching wedge en putter gespeeld kunnen worden, dan betreft het een zgn. pitch-and-puttbaan. (Red.: In voorbereiding is het Hoofdstuk Pitch-en-Puttbaan). Anders is het met korte oefenholes, bijvoorbeeld naast een 'gewone' golfbaan, die ook wel als short course worden aangeduid.
Indoor Golf
Ook zijn er banen die binnen in een gebouw zijn aangelegd, er is daarbij sprake van ‘indoor golf’. Het spreekt voor zich dat deze sterk afwijken van de buitenbaan, een aspect waar we hier niet verder op ingaan. (Red.: In voorbereiding is het Hoofdstuk Indoorgolf).
Privé baan
Bijzonder zijn ook de vele particuliere ofwel privé-banen, variërend van enkele holes tot wel 9 holes. Een van die privé-banen is de Maria-Hoeve Golf in Beekbergen.
Harbour Golf
Harbour Golf is 'fun golf,' gespeeld op een 9 HOLES FUN GOLFCOURSE (Scheveningen). Er wordt nagenoeg volgens de officiële golfregels gespeeld, maar omvat ook een aantal unieke elementen. Vanwege de lol moet je hierbij denken aan het afslaan vanaf een stapel pallets, een podium van oliedrums, een bandenstapel of vanaf een bootje. Als 'Harbour Golf' is gezocht naar typische, haven gerelateerde thema's. En zoals te verwachten wordt gespeeld met een speciaal type golfbal, de zogenaamde AlmostGolf Ball. Ook het aantal clubs is beperkt en specifiek voor kortere afstanden.
Techniek
TechCourse Rating (CR) of Stroke index
Course Rating (CR) of Stroke index (cijfermatige aanduiding voor de moeilijkheidsgraad van de hole). Het spelen van een baan vergt van de speler veel techniek. Dit heeft ook te maken met de moeilijkheidsgraad van de baan. Deze moeilijkheidsgraad of Course Rating (CR) of Stroke index (cijfermatige aanduiding voor de moeilijkheidsgraad van de hole), wordt beoordeeld voor een 0-handicap speler. Dit onder normale baan- en weersomstandigheden en uitgedrukt in het aantal benodigde slagen tot één decimaal nauwkeurig. Ze is afhankelijk van de lengte van de baan en de hindernissen op de baan, waar die de score van een 0-handicap speler zouden kunnen beïnvloeden.
Foto 1, 2 en 3: Beoordelingscriteria voor course rating vormen o.a. de lengte van de baan en hindernissen.
Van Dames en Heren tee naar Kleur tee
Er werd een afzonderlijke berekening gehanteerd voor heren- en dames afslagen, maar ook voor medal- en backtees. De ‘Course Rating’ is een meer nauwkeuriger beoordeling van de baan dan de ‘par’ en biedt de speler inzicht in de moeilijkheidsgraad van de hole. De hole met CR/Stroke index 1 wordt geacht de moeilijkste hole te zijn en die met CR/Stroke index 18, de gemakkelijkste hole. Deze indexering is weer van belang bij het berekenen van het netto aantal slagen bij Stableford. Twee par 3 holes kunnen zo dus een verschillende CR/Stroke index hebben, binnen een en dezelfde baan.
Een verfijnde aanduiding van de par van de baan, waarbij rekening gehouden wordt met de moeilijkheidsgraad van de baan, is ook wel de Standard Scrach Score. Dit betreft de score die een scratch speler geacht wordt te spelen vanaf de medal tee. Het aantal hiervoor geldende slagen gekoppeld aan de handicap, wordt op de handicaplijst aangegeven. Het spelresultaat van de golfer wordt verder beïnvloed door de course setup, de (zoals Corcoran het omschrijft), overall eigenschappen van een baan. Naast het design en de lengte van de hole, zijn dat de lengte van de rough, de snelheid van de green, de breedte van de fairway e.d.
Slope Rating (SR)
Vergeleken met de Course Rating, wordt voor spelers die geen scratch spelen, de slope rating gehanteerd. Dit is het getal dat de relatieve moeilijkheidsgraad van dat terrein aangeeft. De Slope Rating is berekend op basis van het verschil tussen de Bogey Rating en de Course Rating. Een golfterrein met een standaard moeilijkheidsgraad heeft een Slope Rating van 113, maar ligt tussen 55 en 155. De baan is moeilijker naarmate het getal hoger is en wordt o.a. bepaald door de lengte van de baan, de breedte en snelheid van de fairway, de windgevoeligheid en ook de snelheid van de green. Ook in Nederland hebben we 18-holes banen met een SR van meer dan 140 voor heren en/of voor dames. Dit varieert van 141 tot 145.
Waarvoor deze ratings? Primair om te voorkomen dat er een oneerlijke vaststelling van de persoonlijke handicap plaatsvindt. De bedoeling is dat mensen, die op andere banen spelen, daar een aangepaste handicap krijgen. Ontduiking van de speelhandicap t.o.v. de geregistreerde handicap is hiermee niet uitgesloten, de als ‘duikboot’ aangeduide speler blijft praktijk.
Wedstrijdconditie
Naast de reguliere kwaliteit en eigenschappen van de baan om Q (qualifying) te spelen, kan een baan ook dusdanige (goede) eigenschappen hebben, dat er belangrijke wedstrijden op gespeeld kunnen worden. Er wordt dan gesproken van een championship course. De baan is Q als de baan in 'wedstrijdconditie' is en een gemaakte score (onder daarvoor aangewezen omstandigheden) kan worden meegeteld voor je handicapaanpassing. Dit wordt bepaald en aangegeven door de exploitant of de baaneigenaar of bijvoorbeeld door de golfvereniging of golfclub, vaak via de Regel- & Handicapcommissie.
Baantechnisch beleid
Bij het uitvoeren van het baantechnisch beleid, kan de exploitant en/of greenkeeper en/of coursemanager worden bijgestaan door een baancommissie en/of baancommissaris. Een dergelijke commissie bestaat vaak uit leden van de golfclub, die al dan niet gekwalificeerd zijn. Zo ook kan er een ondersteunende commissie zijn gericht op Committed to Green. In relatie hiermee kunnen er plaatselijke regels worden ingesteld (elke golfclub is gerechtigd plaatselijke regels in te stellen), mits niet in conflict met de Golfregels, die bijvoorbeeld zijn gericht op spelen vanuit de GUR, de status van paden en wegen, natuurbiotopen en in de baan, losse obstakels e.d.
Aanleg en renovatie
Altijd komt bij de aanleg, renovatie of uitbreiding van een golfbaan, de inzet van zware machines te pas, die veel grondverzet verrichten. Modern uitgangspunt hierbij is het vinden van een gesloten grondbalans en optimale waterbeheersing, zowel verticaal als horizontaal. Zie ook onder bunker, green, fairway en tee.
Foto's hierna, de inzet van zwaar materieel bij aanleg en renovatie van golfbanen.
Een bijzondere vormgeving afkomstig van de golfarchitect Pete Dyne, is de creatie van heuvels rondom of grenzend aan green en fairway, waarop toeschouwers kunnen plaatsnemen om zo een goede blik op het spel te hebben. Deze vorm van architectuur wordt wel ‘stadium golf’ genoemd.
Baan Onderhoud
De gesteldheid van de golfbaan of de baanconditie, wordt door veel factoren beïnvloed en bepaald. Dit zijn naast bv. de weersomstandigheden ook de grondslag, de bodemsamenstelling, de bodemhydrologie en waterhuishouding. Reeds bij de aanleg, renovatie of uitbreiding dient hiermee binnen het grondwerk en met de grondaanvoer, hier renening te worden gehouden.
Maar ook de aanwezigheid of het ontbreken van drainage en beregeningsinstallatie en zaken als overstroming door buiten haar oevers tredende rivieren of beken, overwaaiende schimmels en onkruidzaden uit de omgeving en invloed van gravende dieren. Het bijhouden of in de gaten houden van weersomstandigheden, klimatologische factoren, is dan ook van groot belang. Zie onder Weerstation.
Van directe invloed op de gesteldheid van de baan is echter het dagelijks onderhoud, uitgevoerd in eigen beheer door de greenkeeper(s) of uitbesteed aan een bedrijf voor aanleg en onderhoud van groenvoorziening, sportvelden of loonwerk.
Foto 1, 2 en 3: Baanonderhoud bestaat uit vele soorten van werkzaamheden waaronder bespuiten (bescherming), lijnen trekken en bemesten.
In nagenoeg alle artikelen m.b.t. onderhoud van de golfbaan wordt aandacht besteed aan werkzaamheden gericht op de kwaliteit van het gras door de baan, op de tee en de green. Maar er is veel meer wat om aandacht vraagt. Dit betreft o.a.:
- 1. bij- en doorzaaien,
- 2. beluchten of verticuteren,
- 3. maaien en afvoer van maaisel,
- 4. het bemesten, bezanden en mulchen,
- 5. het toepassing van bestrijdingsmiddelen voor bestrijding van schimmels, onkruiden en insecten,
- 6. zaken gericht op waterhuishouding, voeding en uitwisseling van voedingselementen,
- 7. preventie tegen schade door gravende, vretende en wroetende dieren als konijnen, reeën, zwijnen, muizen e.a.,
- 8. preventie tegen insecten als langpootmug, mei- en junikever, rozenkever, kniptor en hun larven zoals emelten,engerlingen, ritnaalden,
- 9. preventie tegen schimmels als sneeuwschimmel, spot, fusarium, meeldauw e.a.
In dit boek wordt niet verder ingegaan op de door de greenkeeper uit te voeren onderhoudswerkzaamheden aan de baan, dat zou te veel vergen, zo ook niet aan de door hem gehanteerde machines en gereedschappen. Maar opvallend is wel hoe weinig aandacht in de kwalificatie van greenkeepers en course managers wordt besteed aan de inrichtingseisen van de baan gericht op accessoires, de toepassing, functies, betekenis en het onderhoud daarvan. Accessoires die bijdragen aan de kwaliteit van de baan, de kwaliteitsbeleving door de golfer, het verhogen van de golfprestatie en het golfplezier. Verder bepalen ze mede het aanzien en uiterlijk van de baan, de klantgerichtheid en klantvriendelijkheid, verhogen ze het speelplezier en daarmee de kans op terugkeer, zijnde; inkomsten!
Van geheel andere orde is het onderhoud aan de landschappelijke elementen van de baan, aan beplanting als bomen en struiken, aan de natuurlijke vegetatie. Leidraad in deze behoort het beheersplan te zijn met een duidelijke visie op natuurontwikkeling en eindbeelden.
Ground-under-repair of GUR. Al enkele malen is deze term aangehaald en deze staat voor ‘grond in bewerking’ (G.I.B). Vanuit verschillende oorzaken kan er sprake zijn van grond in bewerking en op deze plaatsen heeft de grond bescherming nodig. Zie onder Golfregels, Deel II Definities, Grond in bewerking – Ground-under-Repair (GUR).
In de baan kan de greenkeeper ook geconfronteerd worden wintertees, welke uit kunstgras kunnen bestaan. Hiervoor wordt ook verwezen naar het Hoofdstuk Fairway.
Weerstation
Daar waar de grasgroei duidelijk beïnvloed wordt door de klimatologische omstandigheden, zowel macro als micro, is het registreren en volgen van de weersomstandigheden een punt van aandacht. Hiervoor wordt verwezen naar het Hoofdstuk Weerstation.
Hygiëne
Maatregelen gericht op hygiëne door de baan, zijn te verdelen in twee aandachtsgroepen, te weten:
- a. de golfer en
- b. het baanpersoneel.
Gericht op de golfer kan hierbij worden gedacht aan de door hen veroorzaakte vervuiling in de vorm van achtergelaten zwerfvuil, stuk geraakte uitrusting of toiletteren. Dit valt waar te nemen rond de afslagplaatsen op de holes, nabij rustpunten, schuilhutten, toiletvoorzieningen (of juist het ontbreken er van), op langere te overbruggen afstanden tussen twee holes, maar ook nabij de parkeerplaats, de wasplaats voor uitrusting, het clubhuis e.d.
Snoeppapier, drankflesdopjes, flesjes, broodzakjes, etensresten, peuken van sigaret of sigaar, bananenschillen, paraplurestanten, troleywielen of frames, kledingrestanten, van alles kan worden waargenomen door de baan wanneer er gerichte preventie ontbreekt of verkeerd is toegepast. Mits goed uitgevoerd kan het menselijk gedrag via geleiding goed worden gestuurd. Ook de natuur kan debet zijn aan vervuiling, vogel- en diersoorten kunnen veel onhygiënische situaties creëren rond afvalbakken die voor hen toegankelijk zijn. Een goed afgestemde onderhoudsplanning en inspectieschema zijn hier gewenst.
Naar de spelers toe komen er ook onhygiënische situaties voor, die te vermijden zijn door baanpersoneel, denk hierbij aan vervuiling van uitrusting, schoeisel en kleding. Dit niet zozeer vanuit slecht weer, maar meer vanuit gebrekkig of achterstalling onderhoud en reparatie of verkeerde inrichting. Denk daarbij aan langdurige plassen en modderplekken bij de balwasser, banken (rustpunten), waterdrinkpunten, toegangen naar de tee, vervuilde schuilhutten en onhygiënische toiletvoorzieningen, maar ook door de baan, rond de tee, in paden en wegen, bij bruggen en duikers.
Voor het baanpersoneel gelden ook hygiënische maatregelen die gericht zijn op bescherming van het milieu, de natuur, preventie tegen ziekten, schade of onveilige situaties voor hen zelf, voor de spelers of de baan. Enkele praktijkvoorbeelden die telkens weer om beleid, visie, competentie en deskundigheid vragen zijn bv. de maairestanten op te belopen hellingen bij vochtig weer, het ontbreken van trappen of verbeterde toegankelijkheid van verhoogde tees, lekkende machines (olie, brandstof, spuitmiddelen) door de baan of op de green, het berijden van de green met ongeschikte banden (breedte, profiel, druk, gewicht), het rijgedrag met materieel (snelheid, wenden en keren, richting, volgorde van holes tijdens wedstrijden) op de baan, de green en op paden en wegen.
Veiligheid
Met betrekking tot veiligheid zijn er in en door de baan veel locaties en situaties die om (extra)aandacht vragen. Veel vraagstukken kunnen preventief worden benaderd, maar vereisen kennis van zaken, van golf en spelregels, betrokkenheid, discipline en competenties van het baanpersoneel, de course manager, de hoofd greenkeeper en de exploitant.
Binnen alle afzonderlijke hoofdstukken wordt ingegaan op de veiligheidsaspecten en daarom wordt voor gedetailleerde informatie daarheen verwezen.
In hoofdlijnen gaat het bij veiligheid rond ‘de baan’ om:
- Gedrag van de spelers (zie onder Golfregels, Deel II Definities, Veiligheid)
- Preventie tegen ongevallen, ziekten, schade, beschadiging van uitrusting of verwonding van spelers en bezoekers,
- Geleiding van spelers en bezoekers langs en naar die plaatsen die vanuit preventie, bescherming en natuur en milieu wenselijk zijn. Teksten als “eigen verantwoordelijkheid”, “de directie is niet aansprakelijk of kan niet aansprakelijk…….,” zijn bij nalatigheid of onvoldoende duidelijkheid ten aanzien van preventie en geleiding, weinig steekhoudend en juridisch uiterst discutabel.
Specifiek bij blinde holes kan nog gewezen worden op het gebruik van de bel, een hoog geplaatste spiegel of uitkijktoren.
Ook de weersomstandigheden kunnen van invloed zijn op de veiligheid door de baan en eventueel te treffen maatregelen. Te denken valt hier aan dreigend onweer, waarbij besloten moet worden om wel of niet de baan te sluiten. De marshal of de wedstrijdleiding kan de sirene in werking stellen om spelers te waarschuwen. Het preventief hiervoor in de gaten houden van de weerberichten is belangrijk.
Verder kunnen mist en plotselinge hagelbuien ook bijdragen aan een onveilige situatie.
Op kustbanen aan rotsige kusten kunnen lange trappen veiligheid bieden naar bunkers, waste area's of GUR delen van de baan. Zie foto hierna.