Inhoud
Pad
Definitie
Een pad of weg is een smalle strook van de oppervlakte van natuurlijke of kunstmatige structuur, gebruikt en geschikt gemaakt voor verkeer. Kan ook bestaan uit twee wielsporen met middenberm. Bij paden denken we eerder aan een wandel- of fietspad, dan aan gebruik door gemotoriseerd verkeer. Bij brede, verharde paden denken we al gauw aan wegen of straten. Daarnaast zijn er eigen gecreëerde paden of sluiproutes.
Golfregels
Welke relatie heeft het pad met de spelregels? Graag verwijzen wij hiervoor naar de meest recente Golfregels en Amateurstatus Regels van de Nederlandse Golf Federatie of naar Rules of Golf and the Rules of Amateur Status.
Verwezen wordt naar:
Deel II Definities:
Obstakels – Obstructions
Zie ook Baan
Vaste obstakels (Regel 24-2)
Functie
De primaire functie van paden en wegen binnen de golfbaan, is het zo goed en zo snel mogelijk overbruggen van afstand. Daarbij kan de functie zijn gericht op lopende gebruikers of op gemotoriseerd verkeer. Goede paden en wegen (in combinatie met verkeersaanwijzingen), dragen bij aan besparing op onderhoudskosten van de baan en de snelheid in het spel. Voor het verbeteren van de begaanbaarheid kan het pad of de weg zijn verhard. Belangrijk daarbij is telkens de belastbaarheid van de weg en zijn eventuele verharding. Dit hangt onder andere samen met de dikte van de verhardingslaag en de materiaaleigenschappen van het verhardingsmateriaal.
Echter, er zijn ook onverharde en halfverharde (semi-verharde) paden en wegen mogelijk. Brede verharde paden worden al snel weg of straat genoemd. Bij verkeerswegen kan er zowel een rijbaan, als meerdere rijbanen voorkomen, vooral bij de toegangsweg naar de club of binnen het resorte. Ook kunnen naast de verkeersweg voet- en fietspaden voorkomen. Paden en wegen zijn een belangrijk onderdeel van de infrastructuur van de Baan.
Binnen golfbanen en golfresorts kunnen we onderscheiden:
- Verkeerswegen (de toegangsweg vanaf de openbare weg naar de golfbaan, resort woonstraten, openbare wegen,
- Verbindingswegen/-paden ( de weg of het pad naar het clubhuis, naar oefenfaciliteiten als drivingrange, putting green, oefenhoek, half-way huis, naar bijgebouwen als de golfshop, kleedruimten, lockers, buggy-parkeerplaats, trolley uitgifte, marshalhuisje, hole one e.d.),
- Toegangspaden (op hellingen van de tee of van de green, van de baan naar het terras of clubhuis, naar schuilhutten, toiletvoorzieningen e.d.),
- Wandelpaden (verbindingspaden en routings naar volgende hole, doorsteekpaden bij waterhindernissen e.d.),
- Golfkar of buggypaden en wegen (met ruimte voor passage, parkeren en draaien)
- Noodwegen (nooduitgang, brandweer, ambulance, course arts e.d.),
- Recreatiepaden en wegen (wandelroute, fietspad, crosspad, ruiterpad en andere recreatievormen,
- Oversteekplaatsen (op kruisingen met wegen, autosnelwegen of zelfs spoorwegen).
Vorm
Bij paden kunnen we aan diverse vormen denken, waaronder naast het voet- en fietspad, ook het tuinpad, jaagpad, wildpad of gangpad. Onverharde paden zijn vaak bos- en zandpaden of graspaden. Binnen golfbanen of op het golfbaancomplex, komen overwegend niet openbare paden en wegen voor, de zogenoemde “eigen wegen”. Toch zijn er banen en complexen waar openbare wegen kruisen. Veelal betreft het hier wegen met één rijbaan, soms echter ook met twee of zelfs gescheiden rijbanen, soms ook onverharde wegen. In enkele gevallen zelfs spoorwegen.Veel banen hebben speciale paden of stukken pad voor de buggy's in het spel.
Buggypaden
Op veel banen zijn door de baan deels verharde of semiverharde buggypaden aangelegd om beschadiging aan de baan te voorkomen. Bij te smalle paden zie je met regelmaat dat de randen stuk gereden worden en er erosie optreedt, met alle gevolgen van dien.
Buggypaden zijn er in de praktijk zowel van betonklinkers, beton als asfalt. Een afrijbeveiliging kan preventief helpen als veiligheidsaspect, maar ook als geleiding en bescherming tegen erosie, deze komen voor in de vorm van verhoogde kantopsluiting tot paaltjes en hekwerken van geringe hoogte.
Belangrijk bij de aanleg van paden is ook te zorgen voor parkeerruimte en ruimte voor passage nabij de tee en de green of daar waar concentraties van buggy’s plaats kan vinden, bv. bij het halfway-house. Ook ruime draaipunten nabij de green en tee zijn aan te bevelen. Dit om beschadiging van het terrein te voorkomen.
Op of aan het buggypad kunnen ook afstandsmarkeringen worden toegepast. Op enkele banen is de afstand bv. aangegeven in het buggypad, gecombineerd met de marker aan de fairway.
Routing
De routing van wegen en paden door de baan, kan zijn ingegeven door vormgeving van de architect, de vorm en lengte van de hole, door natuurlijke looproute van de mens of door fysieke omstandigheden, zoals het mijden van minder begaanbare of kwetsbare plaatsen. Ook kunnen waterhindernissen, sommige biotopen, openbare wegen of spoorlijnen onoverkomelijke hindernissen vormen die alleen maar door het gebruik van brug, tunnel of viaduct kunnen worden gepasseerd.
Niet onbelangrijk bij de routing is te letten op de positie van pad of weg ten opzichte van de speellijn. Paden onder de green kunnen van negatieve invloed zijn wanneer ze in het spel liggen (zie foto).
Techniek
Paden en wegen worden bij nieuwbouw of uitbreiding meestal aangelegd voordat er wordt aangeplant, de infrastructurele werken. Niet zelden worden ook in later stadium nog paden en wegen aangebracht, verlegd of uitgebreid.
Belangrijk hierbij is dat ze niet te smal mogen zijn, aangezien er genoeg ruimte moet zijn om op het pad of weg te lopen of te rijden. Soms moet het extra breed zijn om elkaar te kunnen passeren met trolley of buggy. Dit is zeker van belang waar werkverkeer gebruik maakt van dezelfde paden en wegen. Maar al te veel zien we in de praktijk voorbeelden van uitgereden bermen of afgebrokkelde weg- en padkanten (vooral waar kantopsluiting ontbreekt), met als gevolg schade door erosie.
Kruisingen
Het kruisen van paden en wegen binnen de golfbaan is overwegend gelijkvloers. Ter waarschuwing zijn daar (verkeers-) borden, knipperlichten of spiegels aangebracht en regels ten aanzien van voorrang. Een enkele keer is er sprake van een kruising met spoorwegen en zodoende van een 'overweg'. Bij ongelijkvloerse kruisingen is er sprake van een brug, tunnel of viaduct.
Cunet en kantopsluiting
Voor paden en wegen wordt een cunet uitgegraven, een laag van de grond. De diepte hiervan is afhankelijk van de gewenste draagkracht van het pad of de weg. Dit bepaald de dikte van de funderingslaag (staat ook in relatie met de draagkracht van de ondergrond). Op de funderingslaag wordt een zandbed (cunetzand) aangelegd waarop het verhardingsmateriaal wordt gelegd. Dit is van belang voor de infiltratie van water en in landen met vorst, ook tegen bevriezing (opvriezen).
Afhankelijk van de locatie en het toegepaste materiaal, wordt ook kantopsluiting toegepast. Deze is bedoeld om uitzakken of afbrokkelen van de verharding te voorkomen, maar kan ook een functie vervullen in afvoer van hemelwater of voor geleiding van weggebruikers.
Kantopsluiting kan bestaan uit betonbanden, betonranden, hout, metaalstrips of straatwerk. Ook kan i.v.m. de waterafvoer worden gedacht aan molgoten en rioolput, dit naast het aanleggen onder afschot of met ronding.
Sluiproute
In alle gevallen geldt dat bij een onprettige uitvoering of beleving van het pad of de weg, de golfer lopend of met de buggy, zijn eigen routing neemt en aanwijzingen of geleiding negeert. Hierdoor ontstaan afgesneden routes, sluiproutes, uitgereden kanten, betreden bermen e.d., met alle gevolgen van dien. Hiertoe gerekend het kapitaalverlies door verkeerd geïnvesteerde uitvoering en herhaald onderhoud en herstelwerk.
Veiligheid en comfort
Voor het waarborgen van veiligheid en comfort worden steeds meer wegverharding toegepast. Naast veiligheid stelt ook het milieu, het landschapsbeeld en de ontwikkeling van buggy's, golfkarren en handicarts toenemende eisen aan deze verharding.
Zo ook zijn de onderhoudsaspecten van invloed op de toepassing hiervan. Vanwege het hoge waterdoorlatend vermogen (infiltratie), van bv. schelpenpaden, kunnen deze in beperkte mate ook dienst doen voor HWA (hemelwaterafvoer). De mate waarin dit plaatsvindt, is afhankelijk van de hoeveelheid klei waarmee de schelpen zijn vermengd.
Modern zijn ook de nieuwste kunststofpaden, uitgevoerd met kunststofmatten of kunstgras. Ook komen combinaties voor met antislip, bv. rubbermatten op verharde paden, hellingen of hellingbaan.
Waterafvoer
Paden kunnen ook bijdragen tot versnelde waterafvoer bij veel neerslag. Hiervoor kunnen ze zijn uitgerust met watergoten, molgoten, rioolputten, waterdoorlatende halfverharde bermen e.d.
Wildrooster
Ook kunnen wegen of paden wildroosters bevatten, om te voorkomen dat dieren als reeën, herten, zwijnen, schapen, geiten, koeien of antilopen (allen hoefdieren), zich via de weg toegang verschaffen tot de baan.
Twee sporenpad
Paden ten behoeve van buggy's kunnen ook zijn aangelegd in de vorm van twee sporen met een middenberm. Dit kan zowel van halfverharding als open of dichte verharding. In heuvelachtig terrein kunnen de wielstroken versterkt zijn uitgevoerd, zoals op bijgaande foto is gerealiseerd met behulp van grasbetonsteen in een halfverharding van steenslag.
In terrein met sterk hoogteverschil, is soms grondkering wenselijk, dit kan een- en tweezijdig het geval zijn. Zie foto hierna.
Wegverhardingen
Zoals gezegd kunnen paden en wegen verhard zijn of half verhard, ook wel semi-verhard genoemd. Bekeken vanuit de mate van afvoer van hemelwater, worden verharde wegen wel opgedeeld in ‘gesloten’ of ‘halfgesloten’ verhardingen.
Semi-verharding of halfverharding, Open verharding
Half verharde of semi-verharde wegen zijn ‘open’ wegen. Daartegenover kennen we gesloten verharding en halfgesloten verharding.
Bij de open verharding kan er sprake zijn van gestabiliseerde en niet gestabiliseerde halfverharding. Deze halfverharding zelf kan bestaan uit anorganisch materiaal, steenslag (macadam), puin, gruis, grind e.d. met variabele vorm en afmeting of uit grasbetonstenen. Ook komt organisch materiaal voor als ‘verharding’, zoals houtsnippers, (wadden- of Zeeuwse-) schelpen, schelpen x kleimix. Bij gebruik van mengmaterialen is belangrijk te letten op eigenschappen als stuiven bij droogte, kleven bij vochtigheid, gladheid en vervuiling tijdens regen, waterdoorlatendheid e.d.
Gestabiliseerd wil zeggen voorzien van een kunstmatig netwerk waarbinnen de vulling wordt gefixeerd. Dit kunnen zijn grove plastic matten met vierkante, 6 of 8 hoekige honingraat mazen. Ook in grasbetonstenen (bv. 60 x 40cm), is de opvulling gestabiliseerd. Het rijden met trolley, buggy en handicart door los grind of ander materiaal, is bepaald geen lolletje en weinig uitnodigend.
Een andere vorm van stabilisatie ter voorkoming van erosie door wind en water, wordt in het buitenland ook wel verkregen door het uitstrooien van een laag dennennaalden (Pinus). Met name van de soorten met heel lange naalden. Zie foto boven.
Gesloten en halfgesloten verharding
Bij gesloten verharding valt te denken aan asfaltverhardingen (asfaltbeton, ZOAB, steenmastiekasfalt), bitumen en beton (betonplaten, gewapend beton). Bij gebruik van asfalt zijn de aandachtspunten binnen golfbanen ook gericht op de strooisellaag of de kleur van het asfalt. Bij halfgesloten verharding valt te denken aan elementenverharding (klinkers, betonstraatsteen, baksteen, tegels, Natuursteen en keien). Nieuw zijn de paden van kunststofmateriaal als kunstgras, kunststof oppervlakbekleding of een mix van gras x kunstgras.
Onderhoud
Onderhoud van wegen en paden is primair gericht op behoud van functionaliteit en veiligheid. Dat vraagt om geregelde inspectie en tijdig ingrijpen waar preventief, erger kan worden voorkomen. Fouten bij de constructie en aanleg ten opzichte van looproutes, ontbreken van afdoende geleiding, te smalle uitvoering of overdadige en scherpe bochten, beperkte funderingslaag e.d., leiden constant en aanhoudend tot reparatie- en herstelwerkzaamheden.
Hygiëne
Bij hygiëne kan gedacht worden aan de milieueisen m.b.t. de toegepaste materialen en aan de vervuiling van de weggebruikers en het materieel tijdens het gebruik in perioden van droogte en nattigheid. Ook het stuiven van onverharde of semi-verharde paden kan onhygiënische momenten opleveren tot ver in de baan.
Veiligheid
Stroef, ruw, vlak wegdek zonder gaten, steenslag of oneffenheden, leidt tot een grote mate van veilige begaanbaarheid. Gebruikers dienen zich gemakkelijk te voet over de paden en wegen te kunnen begeven, zo ook met een trolley. Hier speelt de emotionele veiligheid een rol, de beleving van veiligheid.
Ook de buggy en handicart moet veilig over de paden en wegen kunnen waar ze is toegestaan, even als het werkverkeer van de greenkeeper, de baancommissaris, raffery of het keukenpersoneel tijdens catering. Dit geldt ook bij op- en afritten van brug, tunnel of viaduct, op kruisingen en overgangen, in verkeerssluizen en poorten als ook op hellingen en hellingbaan.) Van belang hierbij is de controle op ondermijning door erosie of gravende dieren, waardoor verzakkingen kunnen ontstaan. Een goede fundering is daarbij ook van groot belang.
Buggypaden kunnen beveiligd worden door toepassing van verhoogde kantgeleiders, met passageplaatsen en keerpunten. Op hellingen kunnen extra verstevigingen worden aangebracht in halfverharde paden, bv. met behulp van grasbetonstenen. Oversteken, overweg en kruisingen kunnen beveiligd worden met borden met verkeersregels, waarschuwingen en verhelderende pictogrammen. Maar ook verkeerslichten, alarmlampen, elektronische poorten, hekwerken en spiegels kunnen bijdragen tot verhoging van de veiligheid.
Bovenal vragen de inspanningen verricht door baanpersoneel, om aandacht voor zowel eigen veiligheid, als die van materieel, gereedschap als ook andere baangebruikers.
Bescherming
Ter bescherming van terrein of personen, zijn vele hulpmiddelen inzetbaar. Hieronder een kleine greep, waarbij ook verwezen wordt naar hoofdstukken als Hellingbaan, Geleiding, Trap en Natuur.