Inhoud
Boom
Definitie
Een boom is een houtig gewas met doorgaans één stam en een kroon (kruin) van takken, waaraan bladeren (loofboom), naalden of schubben (naaldboom of conifeer) zitten. De boom kan blad-/naaldhoudend zijn of blad-/naaldverliezend. Als overal hebben we op golfbanen ook te maken met levende en met dode bomen.
Golfregels
Welke relatie heeft de boom met de spelregels? Graag verwijzen wij hiervoor naar de meest recente Golfregels en Amateurstatus Regels van de Nederlandse Golf Federatie of naar Rules of Golf and the Rules of Amateur Status.
Verwezen wordt naar:
Deel II Definities:
Obstakels – Obstructions
Zie ook Baan
Functie
Foto 1, 2 en 3: Het bospad vormt op veel golfbanen en belangrijk onderdeel binnen de infrastructuur, de routing en de belevingswaarde.
De functie van de boom voor de mens in het algemeen, is gericht op voedselproductie, bouwmateriaal, gereedschap, hakhout, brandhout of sierproduct. Ook vaak aangeduid als productiebos, dit tegenover die in de natuur, die een rol speelt binnen een bepaalde levensgemeenschap. Daarnaast heeft de boom een grote sierwaarde, waarbij de seizoenswisselingen een grote rol spelen.
Binnen de actuele klimaatproblematiek is ook de functie van 'verkoeling' in stedelijke gebieden steeds belangrijker (uitstoot van water als H2O, ook wel diwaterstofoxide en oxidaan genoemd), de opname van CO2 (koolstofdioxide of ook wel kooldioxide of koolzuurgas genoemd) en de productie van O2 (zuurstof).
Op de boom kunnen naast korstmossen en schimmels, ook veel insecten leven, dieren en vogels. De mogelijke vruchten en zaden van de boom, vormen vaak een belangrijke voedselbron voor veel diersoorten en vogels en de bloesem voor insecten en vlinders. Naast de boom in het bos, onderscheiden we naar gebruik de laan- en straatboom, parkboom, sierboom en fruitboom. Ook worden bomen op de golfbaan ingezet voor het bieden van schaduw, bv. op rustplaatsen door de baan of op het terras bij het clubhuis of half-way-house.
Binnen het golfspel kunnen bomen een belangrijke rol spelen voor wat betreft het ‘course management’.
Bomen op de golfbaan kunnen onderdeel zijn van bos, park, laan, coulisse, houtwal e.d. of als solitair aanwezig zijn. Primair zijn deze onderdeel van het landschap, van de lokale omgeving en daarbinnen functioneel als onderdeel van de aanwezige levensgemeenschappen. Slechts zelden worden deze nog als productiehout gekenmerkt. Daar waar het nog wel voor komt, wordt het hout vooral gebruikt voor verwerking tot houtvezels en worden de takken versnipperd en steeds meer afgezet als brandstof voor biomassacentrales. Bij planmatige aanpak van het rooien is de emotionele, visuele schade enigszins te beperken. Gelijktijdige herplant van nieuwe bomen vergoed een belangrijk deel van de negatieve beleving van deze soms omvangrijke ‘kaalkap’.
Hieronder staande foto's tonen een eik (Quercus) met 3 bewoonde holen. De boom als zodanig is wellicht armetierig, maar er verblijven wel drie soorten vogels in, in de plaatselijk uitgeholde stam. Het onderste hol is (anno 2014), bewoond door een pimpelmezen paartje, enkel decimeters hoger wordt een nest jonge grote bonte spechten groot gebracht en enkele meters daarboven, huist een spreeuwenpaar.
Steeds meer wordt de boom erkend binnen het kapitaliseren van groen, dit door zijn ecologische functie, als leverancier van zuurstof, als lucht zuiveraar door het opnemen van fijnstof, maar ook vanwege zijn duurzaamheid. Bomen zijn de langst meegaande elementen, tot in sommige gevallen honderden jaren, waarbij ze geen verspilling kennen, geen vervuiling en geen verarming. Aspecten waar binnen de aanleg, het beheer en onderhoud van golfbanen meer aandacht voor mag zijn.
Ook langs toegangswegen naar golfbanen nemen bomen vaak een belangrijke plaats in. Afhankelijk van de situatie kunnen dit aangeplante bomen zijn of bomen die in een struweel staan of als bos.Fruitbomen
Naast het feit dat aan alle bomen vruchten voortkomen (vruchtbomen, naast kegeldragers), waarvan er vele binnen onze golfbanen bekend zijn, zijn er ook banen met meer specifiek fruitbomen. Zo zijn er banen die fruitbomen hebben toegepast als aanplant, bv. vanwege hun ligging in een fruitgebied zoals bv. de Betuwe. Ook zijn er banen die zijn aangelegd op delen van of op gehele boomgaarden of bongerds.
In bepaalde streken binnen Europa, zijn ook de Walnoot of Okkernoot veelvuldig voorkomende bomen, naast o.a. de Olijf.
Bij fruitbomen hebben we overwegend te maken met appel, peer, pruim, kers en morel, in verschillende soorten en rassen. Ook komen wilde kersen nog op veel banen in Nederland voor en tooien vroeg in het voorjaar de baan met prachtige witte bloesem.
Gedurende twee seizoenen zijn deze boomsoorten nadrukkelijk aanwezig, te weten tijdens de voorjaarsbloei en tijdens de dracht en val van het fruit. Het laatste vraagt om specifieke zorg gericht op veiligheid en hygiëne.
Kegeldragers
Een niet onbelangrijke groep van bomen die op golfbanen zijn te vinden, zijn vertegenwoordigers van de kegeldragers, behorende tot de naaktzadigen. Kegeldragers of coniferen, zijn ook bekend onder de algemene naam van naaldbomen.
Kegeldrager betekent ook dat deze vertegenwoordigers geen vruchten (met vruchtvlees) dragen, maar kegels of zoals in de volksmond, dennenappels. Heel bekende vertegenwoordigers zijn de Grove den (Pinus sylvestris) en de Kerstspar (Picea abies).
Binnen deze groep kennen we bomen met naalden en bomen met schubben. Het zijn dus duidelijk geen bomen met blad (loofbomen). Overwegend zijn ze naalden houdend of wintergroen, maar er zijn bekende vertegenwoordigers die hun naalden tijdens de winter verliezen, zoals de Europese larix of Europese lork (Larix decidua).
Van deze soorten komen zowel groepen voor op de golfbaan als solitairs. Ook zijn er banen gelegen in bossen van naaldhoutsoorten, soms zelfs in of grenzend aan productiebos.
Vorm
Op bovenstaande foto's, uit respect of kunstzinnige overweging geheel afwijkende voorvallen die worden gehandhaafd en in het spel worden geïntegreerd.
Bomen kunnen beeldvormend of beeldbepalend zijn in het landschap of heel markant en daardoor bekend. Dit niet alleen vanwege de natuurwaarde in relatie met het landschap of het ecologisch systeem, maar ook in de vormgeving van de baan en binnen het spel.
De uiterlijke vorm van de boom of de habitus, verschilt per geslacht en per soort en kan rond, eirond, zuilvormig, piramidaal of treurvormig zijn, zie hierna foto 1, 2 en 3.
Een ander onderscheidend verschijnsel is het vormen van luchtwortels. Dit kan zijn aan de grondoppervlakte met omhoog komende wortels vanuit de grond of aan de stam en takken afhangende luchtwortels.
Dode bomen
Ook dode bomen kunnen naast hun ecologische waarde betekenisvol zijn op de golfbaan. De karakteristieke vorm en takstructuur kunnen verrijkend werken wanneer de dode boom of delen daarvan, wordt gehandhaafd. Daar zijn fraaie voorbeelden van, vooral in het buitenland. Niet elke dode boom hoeft te verdwijnen als brandhout! Soms weten kunstenaars de oude boomskeletten nog op te waarderen met kunstuitingen.
De foto's hierna tonen dode bomen of restanten van dode bomen, die op vele manieren kunnen worden gehandhaafd en ingezet. Ook te zien is een detail van stambescherming tegen verdere afbraak m.b.v. trekstangen.
Bomen (in het spel)
Uit respect voor bomen, waardering of kapitaliseren, maar ook vanwege de opgelegde bescherming via Wet- en regelgeving, kunnen deze over de gehele golfbaan belangrijk zijn en gehandhaafd blijven.
Zo zijn de bomen op de golfbaan in te delen naar hun standplaats, te weten;
- Naast of om de tee,
- In de rough,
- Op de fairway,
- Rond of aan de green,
- In of direct nabij de bunker,
- In of direct nabij of langs waterpartijen, sloten en greppels,
- Langs wegen en paden door de baan,
- Op of aan parkeerplaatsen parkeerplaats
- Op of aan terras terras
Zie onder: Standplaats van bomen door de baan
Een andere functie van bomen in het spel, is bv. het dienstdoen als markeringspaal met bv.de markering van Out of Bounds of hindernis, hierbij op de foto als lateraal water.
Bomen kunnen een belangrijk obstakel vormen in het spel tijdens een ronde op de golfbaan. Binnen de spelregels is de boom geen 'hindernis' of ‘obstakel’, dit geldt slechts in de belevingswereld van de speler.
Aanplant
‘Boompje groot, Plantertje dood’, is een bekend gezegde. Bij de realisatie van nieuwe golfbanen en renovaties lijkt men dit nog wel eens te vergeten. Bomen die vanwege hun grootte, omvang en vorm later beeldbepalend kunnen zijn, hebben tientallen jaren nodig voor hun groei en ontwikkeling.
De (Nederlandse)boomkwekerij biedt voldoende mogelijkheden om tijdig bomen van formaat te planten. Desondanks zie je vanuit (valse)zuinigheid dat er spillen en veren worden geplant of zelfs nog minder, waarbij de begeleidende boompalen vaak duurder en forser zijn dan de ‘boom’ zelf (veren hebben zoals bomen één doorgaande hoofdtak, maar vanaf onderaan kleine zijtakken). Vele jaren zullen spelers hier spelen zonder waarneembare bomen en mogelijk zelfs ergernis vanwege de niets zeggende hindernis van aangepaalde boompjes. Ook bij onderkenning van duurzaamheid en kapitaalswaarde zou men eerder over dienen te gaan naar aanplant van bomen van formaat.
Tijdens of voor de aanleg en 25 jaar later.
Sponsoring, adoptie of aandenken
Het komt voor dat bedrijven of individuele personen een boom schenken aan de club. Ook zijn er clubs die bomen laten adopteren. In zulke gevallen wordt de gulle gever geëerd met bijvoorbeeld naamsvermelding.
Standplaats van bomen door de baan
Naast of om de tee
In bosbanen zijn de tees geheel omringd door bomen. In open banen kan de tee zijn begrensd door enkele bomen, een boswal, cluster van bomen of solitair (zie foto’s).
In de rough
Dat deel van de baan wat niet tot de tee, green of fairway behoort, vormt de rough. Deze kan geheel uit kruiden bestaan met her en der een boom, uit clusters van bomen, rijen bomen, solitairen bevatten of zelfs geheel uit bomen bestaan en zo een bosperceel vormen.
Deze boom of bomen kunnen een sterke invloed uitoefenen op het 'cours management' en soms een lastig (natuurlijk) obstakel vormen. In diverse situaties is de vorm van de fairway een dogleg vanwege de aanwezige bomengroei. In open banen komen bomen nogal eens direct naast de fairway in de rough voor (zie foto’s).
Op de fairway
Diverse banen hebben bij de aanleg van de holes, rekening gehouden met de aanwezigheid van solitaire bomen of rijen bomen van betekenis en deze in de fairway gespaard. Deze zijn direct betrokken binnen het spel van de golfer (zie foto’s). Niet onbelangrijk onderdeel hierbij is de boomspiegel, waarover meer informatie in het Hoofdstuk fairway.
Respect en educatie
Bomen verdienen om veel redenen respect en daarmee behoud, ook op plaatsen binnen het golfspel en dat is met name op de fairway. Dit kan zijn vanwege de soort, de vorm of bv leeftijd.
Voor het creëren van meer respect en begrip is het verstrekken van informatie belangrijk. Aandacht voor educatieve onderdelen door de baan komt op steeds meer banen voor, ook met betrekking tot bomen.
Aan of rond de green
In bosbanen zijn de greens geheel omringd door bomen. In open banen kan de green worden begrensd door enkele bomen, een boswal, cluster van bomen of solitairen. Bij het aanspelen van de green kunnen deze zeker visueel, van invloed zijn op de beleving van het aanspelen door de golfer. Vooral bij grote hoogteverschillen is de optische beleving van belang (zie foto’s).
Aan of in de bunker
De bunker is meestal vrij van obstakels, maar diverse golfbanen hebben bunkers met daarin een vast, natuurlijk obstakel in de vorm van een of meerdere bomen (zie foto’s).
Aan of in (water)hindernis
Langs veel (water)hindernissen komen bomen voor, solitair of met meerdere bij elkaar. Ook staan er soms bomen in de (water)hindernis, daar waar deze niet constant gevuld is met water of op eilandjes in het water (zie foto’s). In het water gevallen dode bomen kunnen bijdragen aan het ecologisch geheel.
Op veel banen zijn bomen belangrijke geleiders langs verbindingspaden tussen verder uit elkaar gelegen holes. Dit kan zijn in bosgebied, als boomgroep, als houtwal of bv als een pad-, laan- of wegbeplanting. En als vanzelfsprekend zijn de bomen een wezenlijk onderdeel van het beeldvormende en soms beeldbepalende natuur- of cultuurlandschap in en rond de baan. De wisselende seizoenen spelen hierbij in ons land een belangrijke rol, tegenover meer groenblijvende situaties in warmere streken.
Ook op de parkeerplaatsen treffen we soms bomen aan, zo ook op het terras of om en nabij het clubhuis en niet te vergeten aan de toegangsweg of oprijlaan.
Techniek
Afhankelijk van de soort boom kan deze tot meer dan honderd meter hoog worden en tientallen meters in kroondiameter. Ze groeien op nagenoeg alle gronden, tot zelfs in het water. De leeftijd kan oplopen tot meer dan 1000 jaar, maar de meeste bomen leven aanmerkelijk korter tot enkele honderden jaren. En helaas moet gezegd dat de mens, ook op golfbanen, de ontwikkeling van bomen zelden zo ver laat komen. Dit vaak bij gebrek aan bewustzijn van de waarde van dit uiterst duurzame natuurproduct.
Naast de uiterlijke verschillen in vorm (habitus), is er ook een duidelijk herkenbaar verschil in bast op de boomstammen. Een kenmerk waarop ook te determineren valt. Het voert te ver om hier dieper in te gaan op de anatomie van de boom. Onderstaande foto's tonen de bastverschillen van een aantal bekende bomen binnen golfbanen.
Boombescherming
Voor bescherming en beheer van bomen zou iedere golfbaan over een beheerplan dienen te beschikken, dit naast een duidelijke visie op duurzaamheid. Onderdeel hiervan is i.v.m. de jaarlijks terug kerende werkzaamheden, een duidelijke visie gericht op het eindbeeld dat de beheerder op langere termijn voor ogen heeft. Nog steeds wordt er te snel en te gemakkelijk gedurende de wintermaanden, op veel golfbanen, naar de motorkettingzaag gegrepen.
In het belang van de boom, vanwege zijn functie en zijn kapitaalswaarde, kan de boom binnen de golfbaan op verschillende manieren worden beschermd tegen het geweld van golfballen, onderhoudsmachines en vraat van konijnen en reeën. De inslag van een golfbal brengt duidelijk zichtbare verwondingen toe, die overgroeid worden met wondweefsel (cambium), maar duidelijk littekens achter latend (zie foto’s).
Om dit te vermijden is bescherming mogelijk met balvangers. Maar ook schade veroorzaakt door onderhoudsmachines komt voor, welke kan worden voorkomen door naast voorzichtigheid, gebruik te maken van boomroosters, boomkorven, boombeugels of boomjuk. Staat de boom in een verharding opgesloten, dan kunnen beschermende maatregelen rond de boomspiegel worden getroffen, ook op parkeerplaatsen tegen botsende auto’s.
Natuurlijke groeivorm of habitus
Zeker markante bomen en solitairen verdienen aandacht vanuit respect en waardering voor de natuurlijke habitus. De boom, ongeacht de soort, heeft van nature geen kale/takvrije stam en geen uitgedunde kroon. Wel kan er sprake zijn van enig zelfreinigend vermogen wanneer ze te dicht op elkaar staan, denk aan een sparrenbos. Dubbele top, elleboogtakken, zuigers e.d. termen, zijn onderhoudstermen vanuit een beheersvisie, de drang naar vormgeving door de mens.
Binnen het golfspel kunnen bomen in de rough, maar ook in de fairway, rond de green of in de bunker totaal anders benaderd worden dan de laan- en straatboom in dorp, stad of langs openbare wegen (zie foto hieronder). Helaas wordt dit zelden toegepast.
Het is ook maar de vraag of onder elke boom door de baan, de maaimachine moet kunnen rijden of dat golfers er vrijelijk onderdoor moeten kunnen lopen. Hier past een wel overwogen keus en misschien wel een verandering in benadering en moet er minder op de automatische piloot worden gewerkt.
Hoe hoog moet de takvrije stam zijn op een golfbaan, of behouden we de natuurlijke boomvorm? Zie ook de foto’s onder: 3. Op de fairway.
Ecologie
Binnen de dynamiek van de wisselwerking en relaties tussen biotoop factoren, omvatten bomen een belangrijk aandeel. Dit zowel in levende als in dode staat. Hierop kan de golfbaanbeheerder belangrijke invloed uitoefenen, waarbij de mate waarin dat wordt gedaan, mee bepalend is voor de belevingswaarde van natuur door de speler. Hierbinnen heeft de boom als habitat, levend en dood, een functie in de aanwezige levensgemeenschappen en is essentieel voor het functioneren van het aanwezige ecosysteem. Dieren, vogels en insecten gebruiken bomen of zijn ervan afhankelijk, ziekten doen zich voor, korstmossen en schimmels treden op. De mens grijpt ook hier in, zowel in positieve zin als ook in negatieve zin. Het gaat hier te ver om daar dieper op in te gaan.
Onderstaande foto’s visualiseren het bedoelde.
Autochtone Boomsoorten
Binnen zijn blog in golfbaanhandboek.nl beschrijft Jurrian Tjeenk Willink, de voors en tegens van autochtone boomsoorten en invasieve landplanten onder “Biodiversiteit en klimaatverandering 3, exoten en cultivars”
Wilde soorten voor 1600 en nu nog aanwezig zijn bv.:
- Appel wilde - Malus sylvestris
- Berk ruwe - Betula pendula
- Berk zachte - Betula pubescens
- Beuk - Fagus sylvatica
- Den grove - Pinus sylvestrus
- Duindoorn - Hippophea ram.
- Eik winter - Quercus petraea
- Eik zomer - Quercus robur
- Els zwarte - Alnus glutinosa
- Els witte/grijze - Alnus incana
- Es - Fraxinus excelsior
- Esdoorn veld -Acer campestre
- Noorse - Acer platanoides
- Gewone - Acer pseudo platanus
- Haagbeuk - Carpinus betulus
- Hazelaar - Corylus avellana
- Iep gladde - Ulmus minor
- Iep steel - Ulmus laevis
- Jeneverbes - Juniprus communis
- Kers zoete - Prunus avium
- Kers vogel - prunus padus
- Kornoelje gele - Cornus mas
- Kornoelje rode - Cornus sanguinea
- Lijsterbes wilde - Sorbus aucuparia
- Linde kleinbl. - Tilia cordata
- Meidoorn 2 st. - Crataegus Laevigata
- Peer - Pyrus communis
- Wilde - Pyrus pyraster
- Populier zwarte - Populus nigra
- Populier ratel - Populus tremula
- Sporkehout - Rhamus frangula
- Vlier gewone - Sambucus nigra
- Wegedoorn - Rhamus cathartica
- Wilg geoorde - Salix aurita
- Wilg treur - Salix babylonica
- Wilg water - Salix caprea
- Wilg grauwe - Salix cinera
- Wilg laurier - Salix pentandra
- Wilg bittere - Salix purpurea
- Wilg kat - Salix viminalis
- Wilg schiet - Salix alba
Invasieve Landplanten (bomen) soorten
Verboden in Nederland en de EU
- Amerikaanse vogelkers - Prunus serotina
- Hemelboom - Ailanthus altissima
Onderhoud
Een bekende uitspraak is, ‘snoeien doet groeien’, dus zou wellicht de drang om in de winter te snoeien, enigszins ingedamd kunnen worden? Het snoeien lijkt menigmaal een argument om in de winter actief te kunnen zijn, om personeel in te zetten i.p.v. non-actief te laten overwinteren. Voorbeelden van onnodig afgezaagde gesteltakken, dubbele stammen of brede kruinen, tonen de enorme drang naar snoeien en het vergaren van open haardhout. Ook hier past een meer beschermend beleid gericht op duurzaamheid en kapitaliseren.
Foto 1, 2, 3 en 4: Naast kennis en vaardigheden zijn visie en eindbeeldbepaling belangrijk bij het onderhoud van bomen en struiken.
Het onderhoud van bomen is vaak gericht op veiligheid en verkeerstoegankelijkheid van werktuigen, machines, auto’s e.d. Dit leidt vaak tot vorming van op lolly's gelijkende bomen (een kale, takvrije stam met een bolletje uitgedunde gesteltakken er boven). Snoeien wordt om diverse redenen gedaan en als zodanig benoemd, bv.; onderhoudssnoei, verjongingssnoei, vormsnoei, veiligheidssnoei etc. Soms ook dienen snel groeiende bomen flink beteugeld te worden om uitzicht te behouden, uitzicht op rivier, dorp, landbouwgebied of heuvellandschap.
Maar al te vaak laat men fraaie vergezichten, mooie panorama's dichtgroeien en worden daarmee te niet gedaan, waarbij in later stadium bezwaren tegen terugsnoeien niet zijn uitgesloten. Iedere greenkeeper kent daarna ook het probleem van het snoeihout, van versnipperen, op houtrillen verwerken tot invlechten toe. Het moet gezegd, houtrillen dragen ook weer bij aan de biotoopontwikkeling en zorgen dat er minder blad in de baan waait. Een goede recycling is ook hier op zijn plaats.
Foto's: Snoeiwerkzaamheden en verwerking van takken en hout vormen onderdelen van beleid.
Van grotere zorg voor de greenkeeper is het behoud van jonge aanplant, het begeleiden van jonge bomen gedurende de eerste twee tot vier jaar van hun ontwikkeling. Vooral het water geven is daarbij zorgenkind. Dit werk kan ook worden uitbesteed. Of hierbij de voedingsconcurrentie van grassen en kruiden een probleem van belang vormt, lijkt me zeer afhankelijk van de standplaats en boomsoort, zeker daar waar we natuurontwikkeling voor staan. Het gevaar van te snel overgaan naar bijmesten, is niet ondenkbeeldig.
Voor het water geven kan gebruik gemaakt worden van het gehanteerde beregeningssysteem of ook door druppelbevloeiing per boom. Ook een ingegraven drainagebuis kan rondom de kluit worden ingezet of rond de boomspiegel kan een aarden wal of kunststof gietrand worden geplaatst. Oppassen voor ontwikkeling van ‘luie’ bomen met beperkt aantal ‘water zoekende’ wortels, evenals gebrek aan ontwikkeling van trekwortels bij te lang en te vast aan boompalen staan, is punt van zorg en aandacht. Dit naast natuurlijk het tijdig losser maken van boombanden en weer verwijderen van boomband en -paal.
Foto 1, 2 en 3: Gebruik en verzorging van boomband is vanaf de aanplant een regelmatig punt voor aandacht en zorg. Aangepaalde bomen vormen in het spel ‘obstakels’.
Waterstand
Binnen het onderhoud van bomen, vraagt ook de waterbehoefte speciale aandacht. Zie ook Hoofdstuk Beregening. Ten behoeve van de controle op vochtgehalte van de standplaats, zijn moderne hulpmiddelen in gebruik. Zo is er de zogenaamde Plant Care Mini-Logger, een onderhoudsvrije sensor die het bodemvocht en bodemtemperatuur registreert. Met deze apparatuur kan de beheerder de opgenomen data terug lezen. Hiervoor zorgt meegeleverde Data Viewer-software. Met behulp hiervan kan een analyse worden gemaakt en zo nodig hierop actie worden ondernomen. Zo is deze apparatuur ook ter controle van de irrigatie en beregening.
Ziekten en Plagen
Bomen kunnen periodiek sterk worden aangetast door de schimmel meeldauw, waardoor ze op afstand geheel wit zien. Het blad van o.a. eiken (Quercus), vooral jonge eiken, kan vaak geheel bepoederd zijn met de Echte meeldauw (Mycrosphaera alphitoides). Er bestaan ook Valse meeldauw soorten, deze onderscheiden zich van de Echte meeldauw door het schimmelpluis op de onderkant van het blad te tonen, dit in tegenstelling tot de Echte meeldauw, waarvan het schimmelpluis op de bovenkant van het blad zit.
Deze schimmel is een echte parasiet en onttrekt voedingstoffen en water uit de plant, waardoor de bladeren uitdrogen en kunnen afvallen. Meestal overleven de bomen de aantasting wel.
Een andere aantasting die tot ernstige gevolgen kan leiden, is die van de rupsen van de stippelmotten of spinselmotten, een familie van motten in de orde Lepidoptera. De rupsen (larven) maken tot zeer grote gemeenschappelijke webben, welke ze over alles heen spinnen. Hierbinnen vindt ook de verpopping plaats. Dit spinsel is vrij taai en biedt daardoor enige bescherming tegen vijanden. In sommige jaren kan dit ook op golfbanen tot een plaag leiden.
Bij paardenkastanje (Aesculus hippocastanum) en esdoornsoorten (Acer) kunnen aanzienlijke aantastingen voorkomen van bladvlekken, waaronder de “inktvlekken”. Deze worden veroorzaakt door een schimmel (Rhytisma acerinum) die als parasiet in het bladmoes leeft. Het zwarte, is de kleur van de sporen van de schimmel.
Bij fruitbomen komt het verschijnsel voor van 'val-fruit', om welke redenen dan ook afgevallen appel, peren, kersen e.d. Op de grond liggend trekken ze velerlei soorten insecten aan waaronder wespen, maar ook vliegen en vlinders.
Hygiëne
De hygiëne ten aanzien van bomen is meer gelegen in de hygiëne rond onderhoudswerkzaamheden en het gebruik van daarvoor bestemd gereedschap en machines, dan bij de boom zelf. Ook al leveren bomen geen vervuiling, in de belevingswereld van de mens kunnen blad, takken, vruchten, bloesem e.d. wel degelijk worden gezien als onhygiënisch.
De arbeidsinspectie bijvoorbeeld, controleert sinds 1 januari 2010 op het gebruik van alkylaatbenzine in draagbare machines zoals motorkettingzagen. Het niet gebruiken van deze zogenaamde aromaatarme brandstoffen wordt gezien als een overtreding van artikel 4.17 van het Arbeidsomstandighedenbesluit.
Ook de chemische bestrijding van de processierups vraagt om zorgvuldige uitvoering, waarbij rekening dient te worden gehouden met de wind en windrichting. Naarmate de spuitdruppel fijner is, zal de spuitvloeistof verder met de wind worden meegedragen en verspreiden.
Hygiëne gericht op rottend fruit of aantrekking van wespen is bv. van toepassing op banen waarbinnen fruitbomen voorkomen. Tijdig verwijderen van valfruit is hier van toepassing.
Veiligheid
Veiligheidsaspecten zijn er in verschillende mate en vorm, als het gaat om boombeheer. Hier valt te denken aan takbreuk (vooral tijdens en na een storm), omvallen door storm, door water of erosie. Maar zo is er ook het irritatiegevaar door bv. de processierups e.d. of het besmettingsgevaar van schimmels en plagen.
Fysiek is er de veiligheidsproblematiek rond achterblijvende stobben en afgezaagde stammen, welke om specifieke aandacht vragen. Vooral in de rough waar de golfer, opzoek naar zijn bal, in de hoge kruidenvegetatie kan struikelen of zich kan verwonden aan de ‘onzichtbare’ restanten (vaak door gras overgroeid).
Dode bomen die vanwege hun ecologische waarde of hun structuur worden gehandhaafd, mogen geen gevaar opleveren van vallend hout.
Voor de veiligheid van baanpersoneel is uitbesteding van boomonderhoud aan gespecialiseerde bedrijven met daarop afgestemd gereedschap, machines en klimvaardigheid, zeker aan te bevelen.
Ook het bestrijden van insectenplagen, denk hierbij aan bijvoorbeeld de processierups, is punt van aandacht. Diverse boomsoorten, maar vooral de eik (Quercus), vormen een voedselbron voor deze rups van de nachtvlindersoort de Eikenprocessierupsvlinder. Vooral voor bezoekende golfers kan dit diertje een bron van ergernis vormen. Hierbij is de aandacht voor windrichting en windkracht belangrijk in verband met het over de baan, parkeerplaats of het terras verwaaien van spuitvloeistof.
Uitvoerend personeel dient bij alle werkzaamheden de persoonlijke beschermingsmaatregelen in acht te nemen.