Inhoud
Beplanting
Definitie
Beplanting is de verzamelnaam voor alle (aangebrachte) planten, waaronder bomen, vaste planten, een- en tweejarigen, heesters, bollen en knollen, kruiden, cacteeën, succulenten, palmen, grassen e.d. Veelal worden hier bedoeld de cultuurplanten, dit tegenover de aanwezige natuur, de botanische of ‘wilde’ planten.
Golfregels
Welke relatie heeft de beplanting met de spelregels? Graag verwijzen wij hiervoor naar de meest recente Golfregels en Amateurstatus Regels van de Nederlandse Golf Federatie of naar Rules of Golf and the Rules of Amateur Status.
Verwezen wordt naar:
Deel II Definities:
Obstakels – Obstructions
Zie ook Baan
Functie
De beplanting op onze golfbanen heeft diverse functies die zowel gerelateerd kunnen zijn aan de inrichtingseisen van de baan, aan de landschappelijke omgeving, aan het golfspel als aan de natuurwaarde ervan. Binnen de golfbaan kan de functie van de beplanting daarom zijn;
- Sierfunctie; het aankleden van de baan rond of nabij het clubhuis, oefenhoek, drivingrange, de tee of de green. Soms ook in vijvers en waterhindernissen en langs gevels, pergola’s en hekwerk, leitunnels of op daken.
- Geleiding; het leiden van spelers en buggy’s, langs paden en wegen, rond of nabij de oefenhoek, de tee en green of naar de volgende hole, naar clubhuis, drivingrange, schuilhut, toiletgebouw of rond waterpartijen.
- Camouflage; bijvoorbeeld van elementen als rustpunten, afvalbakken, schuilhutten of toiletvoorzieningen. Maar ook van balvanger of hekwerk.
- Bescherming; bijv. van spelers en bezoekers tegen eventuele ballen. Maar ook tegen inloop of inrijden van waterhindernis en plassen, vijvers of greppels. In sommige gevallen ook bescherming tegen inloop van dieren.
- Landschappelijke functie; dit in relatie met de lokale omgeving, de flora en fauna. Maar ook als aankleding van de baan of waste-area, inpassing in het landschap.
- Natuurwaarde; voor het bieden van schuilgelegenheid, voedsel of broedgebied of rustplaats voor de fauna.
Vorm
De hier bedoelde beplanting wordt vaak toegepast in perken en borders met een bepaalde sierwaarde. Ook worden solitaire planten toegepast die vanwege hun vorm, blad/naalden, bloei of vruchtdracht opvallend zijn of beeldbepalend. Op banen in warmere streken worden cactusplanten en vetplanten veel toegepast, waaronder Agaves en Aloë's. In grote waste-areas worden ook wel solitaire planten aangebracht als of kleine groepjes van planten. Vaak zijn dit bomen, grassen of bamboes.
Op veel banen worden ook planten in plantenbakken toegepast, specifiek op terassen nabij het clubhuis. Hier treffen we ook wel klim- en leiplanten aan langs muren of over pergola’s. Ook worden wel schaduw biedende bomen gebruikt die speciaal daarvoor zijn gesnoeid of gevormd, bv. dakplataan (Platanus) en leilinde (Tilia). Sporadisch zien we de toepassing van dakbegroening op het clubhuis.
Waterpartijen of waterhindernissen zijn met regelmaat voorzien van passende moeras- en waterplanten.
Meer in het buitenland dan in ons land, worden langs de fairway of nabij tees of bruggen, wel borders toegepast die zijn ingezaaid met wildflora of specifiek samengestelde bloemmengsels. Daarbinnen zijn vaak zonnebloemen (Helianthus annuus) favoriet.
Sortiment
Binnen de beplanting welke voor de sier worden gehanteerd, hebben rijk bloeiende vaste planten, een- en tweejarigen de overhand. Ook bol- en knolgewassen worden wel toegepast, seizoengebonden of verwilderd. Ook binnen het sortiment heesters en bomen genieten de bloeiende planten voorkeur, zowel in Nederland als in het buitenland. In vijvers en waterpartijen waar dit van toepassing is, zijn de bloeiende water, moeras en vochtminnende planten rijkelijk vertegenwoordigt.
Door de baan wordt in relatie met de natuurlijke omgeving, sterk gelet op de inheemse soorten voor inpassing in het landschap. Toch worden her en der nog sierheesters door de baan gebruikt als beplanting. Op oude buitens en landgoederen treffen we nogal eens een rijke variatie van uitheemse soorten aan, vooral in het sortiment coniferen (kegeldragers).
Ook fruitbomen zijn niet vreemd op menig golfbaan, waarbij het dan voornamelijk kers (Prunus), appel (Malus) en peer (Pyrus) betreft, maar ook de morel (Prunus), walnoot (Juglans) en tamme kastanje (Castanea) komen regelmatig voor. Sommige fruitsoorten vragen om tijdig verwijderen van vruchten bij overdadige val.
Binnen het sortiment op 'natuurbanen' betreft het voornamelijk de gehanteerde inheemse soorten, de landschappelijk aanwezige natuurlijke beplanting. Dit geldt vooral in duingebieden, heiderijke gebieden, veen- en bosgebieden.
De subtropen en tropen kenmerken zich door beplantingen die ons doen denken aan kamerplanten, waaronder Ficussoorten, de gatenplant, vingerplant en vrouwentong, maar ook veel cacteeën en succulenten naast gedoornde struiken als Acaciasoorten.
Autochtone Boomsoorten
Binnen zijn blog in golfbaanhandboek.nl beschrijft Jurrian Tjeenk Willink, de voors en tegens van autochtone boomsoorten en invasieve landplanten onder “Biodiversiteit en klimaatverandering 3, exoten en cultivars”
Wilde soorten voor 1600 en nu nog aanwezig zijn bv.:
- Appel wilde - Malus sylvestris
- Berk ruwe - Betula pendula
- Berk zachte - Betula pubescens
- Beuk - Fagus sylvatica
- Den grove - Pinus sylvestrus
- Duindoorn - Hippophea ram.
- Eik winter - Quercus petraea
- Eik zomer - Quercus robur
- Els zwarte - Alnus glutinosa
- Els witte/grijze - Alnus incana
- Es - Fraxinus excelsior
- Esdoorn veld -Acer campestre
- Noorse - Acer platanoides
- Gewone - Acer pseudo platanus
- Haagbeuk - Carpinus betulus
- Hazelaar - Corylus avellana
- Iep gladde - Ulmus minor
- Iep steel - Ulmus laevis
- Jeneverbes - Juniprus communis
- Kers zoete - Prunus avium
- Kers vogel - prunus padus
- Kornoelje gele - Cornus mas
- Kornoelje rode - Cornus sanguinea
- Lijsterbes wilde - Sorbus aucuparia
- Linde kleinbl. - Tilia cordata
- Meidoorn 2 st. - Crataegus Laevigata
- Peer - Pyrus communis
- Wilde - Pyrus pyraster
- Populier zwarte - Populus nigra
- Populier ratel - Populus tremula
- Sporkehout - Rhamus frangula
- Vlier gewone - Sambucus nigra
- Wegedoorn - Rhamus cathartica
- Wilg geoorde - Salix aurita
- Wilg treur - Salix babylonica
- Wilg water - Salix caprea
- Wilg grauwe - Salix cinera
- Wilg laurier - Salix pentandra
- Wilg bittere - Salix purpurea
- Wilg kat - Salix viminalis
- Wilg schiet - Salix alba
Invasieve Landplanten soorten
Verboden in Nederland en de EU
- Afghaanse duizendknoop - Persicaria wallichii
- Alsemambrosia - Ambrosia artemisiifolia
- Zandambrosia - Ambrosia psilostachya
- Driedelige ambrosia - Ambrosia trifida
- Amerikaanse vogelkers - Prunus serotina
- Canadese kornoelje - Cornus sericea
- Grijs kronkelsteeltje - Campylopus introflexus
- Hemelboom - Ailanthus altissima
- Japanse duizendknoop - Fallopia japonica
- Bont springzaad - Impatiens edgeworthii
- Klein springzaad - Impatiens parviflora
- Oranje springzaad - Impatiens capensis
- Tweekleurig springzaad - Impatiens balfourii
- Reuzenbalsemien - Impatiens glandulifera
- Reuzenberenklauw - Heracleum mantegazzianum
- Rimpelroos - Rosa rugosa
- Sachalinse duizendknoop - Fallopia sachalinensis
- Struikaster - Baccharis halimifolia
- Trosbosbes - Vaccinium corymbosum
- Zijdeplant - Asclepias syriaca
Onderhoud
In tegenstelling tot de natuurlijke (botanische-) of 'wilde'beplanting, heeft de cultuurbeplanting meer zorg en aandacht nodig. Dit kan noodzakelijk zijn vanuit de planten zelf, maar meer nog vanuit de sierwaarde die er aan wordt gegeven en de plaats van toepassing.
Netheid en verzorgd aanzien zijn belangrijke toetscriteria. Dat betekent regelmatige controle op de conditie van de beplanting, het stadium van groei en bloei, bemesting en watergift, onkruid verwijdering, controle op ziekten, plagen en beschadigingen, wind-, regen- en stormschade.
Onderhoudswerkzaamheden als spitten, harken, schoffelen, wieden, vegen, snoeien, aan- en opbinden, steunen, toppen, dieven, inboeten e.d. zijn normale inspanningen die met zorg en deskundigheid dienen te worden uitgevoerd. Door gebruik van moderne machines en gereedschappen en onder druk van kosten, wordt hier nog wel eens negatief mee omgegaan. Ook de watervoorziening is een belangrijk aandachtspunt, waarbij in zuidelijke landen meer dan in ons land, druppelbevloeiing wordt toegepast.
Om onkruidgroei te verminderen of om borders minder arbeidsintensief te maken, worden wel grindbedekkingen toegepast. Op natuurrijke banen is het onderhoud niet slechts anders van opzet en invulling, maar ook minder intensief en minder frequent.
Ter beperking van uitstoelen door wortelgroei of uitlopers, worden wel randen toegepast van kunststof.
Hygiëne
Met betrekking tot hygiëne kan worden uitgegaan van de controle op vervuiling van borders, perken, bloembakken en vijvers door zwerfvuil e.d. of de controle op besmetting via uitgebloeide bloemen, breuk, slecht weer of vruchtval. Ook aandacht voor rupsennesten of spinsels (veel voorkomend in o.a. meidoorn) en wespen op rijp (val)fruit vragen vanuit beleving van hygiëne om extra aandacht en zorg.
Veiligheid
Aandacht voor veiligheid binnen de beplanting is vooral gericht op de toepassing van veilige plantensoorten, geen gebruikmaking van planten met giftige bladeren, bloemen of vruchten. Daarnaast dient gelet te worden op mogelijkheden van ongevallen of verwonding door overgroeiing van paden, wegen en terrassen of van de tee, van toegepaste planten met stekels en doornen. Binnen de natuurlijke vegetatie kunnen ook giftige planten voor komen of planten die tijdens warme dagen, schadelijke oliën verdampen, planten die brandblaren opleveren of kleine verwondingen door stekels of doornen.
Ander veiligheidsaspect is het risico van stormschade, waarvoor dood hout tijdig dient te worden verwijderd uit (oude) bomen en inspectie na een storm wenselijk is. Zo ook bij die boom die door droogte dan wel ziekte is aangetast, verzwakt of afstervend is. Waarmee niet gezegd is dat alle dode bomen of restanten (het skelet of de stam of stobbe), ook dienen te worden verwijderd. Dit niet vanuit ecologisch belang (natuurwaarde, kapitaliseren) en ook niet vanuit belevingswaarde, ook al is dit subjectief.
Bij toegepaste fruitbomen kan overrijp fruit en valfruit wespen aantrekken die tot (beperkte) onveilige situaties kunnen leiden.
Ook wordt wel beplanting ingezet om de veiligheid te waarborgen, bv. langs water om inloop te beperken, achter of voor terrassen om invliegende ballen te beperken, achter banken als balvanger e.d.