Ontwatering

Definitie

Uitstroompijp van drainage of afvoer naar waterbekken.

Onder ontwatering, verstaan we het ontdoen van de grond of de bodem, van water, waarbij we onderscheid maken tussen het ontdoen van grondwater en van overtollige neerslag, water aan de oppervlakte. Zo ook van verharde oppervlaktes als parkeerplaats, toegangsweg en terras.

Stortbui op het terras, hoofdzakelijk horizontale afvoer van hemelwater.

Golfregels

Welke relatie heeft de wateroverlast met de spelregels? Graag verwijzen wij hiervoor naar de meest recente Golfregels en Amateurstatus Regels van de Nederlandse Golf Federatie of naar Rules of Golf and the Rules of Amateur Status.

Verwezen wordt naar:

Deel II Definities:

Waterhindernis – Water hazard

Laterale Waterhindernis – Lateral water hazard

Hindernissen – Hazard

Tijdelijk water – Casual water

Definities: Abnormale terreinomstandigheden – Abnormal ground conditions.

Door de Baan – Through the Green

Obstakels – Obstructions

Zie Baan

Wateroverlast

Wateroverlast kan door vele oorzaken optreden, te denken valt hierbij aan:

  • 1. Door hemelwater, bij overvloedige neerslag tijdens stortbuien of langdurige regen,
  • 2. Door instroming ondergronds, van kwelwater of vanuit sloten via drains,
  • 3. Door gestegen grondwaterstand,
  • 4. Door te intensieve beregening of irrigaties,
  • 5. Door overstroming, bv. vanuit aangrenzende rivieren, bergbeken, kanalen e.d.

Wateroverlast is vanuit perspectief van de golfbaan, altijd negatief en heeft directe en indirecte, schadelijke gevolgen. Wateroverlast kan positief zijn, wanneer bv. door zoutwater geïmpregneerde grond, onderloopt met zoetwater en daardoor het zout weer uitspoelt. Dit kan in brakwatergebieden of langs de kust spelen.

Slecht weer, hevige regenval op de baan.
Slecht weer door veel regenval in korte tijd.

Plensbui op de green, tijdelijk water.
Beregening

Hevige regenbuien zorgen voor wateroverlast.
Zicht onttrokken door slecht weer.

Functie

Wateroverlast is normaliter niet functioneel binnen golfbanen.

Wel van belang zijn aspecten als (die door wateroverlast negatief worden beïnvloed);

  • het zuurstofgehalte van de grond,
  • de structuur,
  • voedingstoestand,
  • temperatuur en
  • bespeelbaarheid.

Voor de grasgroei is zuurstof nodig, zuurstof in de grond, in de wortelzone. Dit wordt ernstig belemmerd wanneer water blijft staan, niet in de grond infiltreert of wordt afgevoerd naar en via het grondwater. Hierbij is ook de grondwaterstand van belang welke per locatie en per seizoen sterk kan verschillen. Denk hierbij aan de polderbaan ten opzichte van de bosbaan, aan winter-grondwaterstand en zomer-grondwaterstand. Een te hoge grondwaterstand geeft ook gebrek aan zuurstof in de grond.

Natte plek met structuurverslechtering op begin/einde van pad.
Natte plek met verdergaande structuurverslechtering.
Natte plek op einde/begin van verhard pad door slechte bodemstructuur, erosie.

Daarentegen heeft de hoeveelheid water in de grond ook invloed op de temperatuur van de grond en daarmee op de groeisnelheid van het gras, op de uitspoeling van voedingsstoffen en op de bodemstructuur.

Wateroverlast geeft zodoende problemen bij het betreden , berijden en bewerken van de grond. Structuurschade ontstaat ook door berijden van natte plekken, met name op slecht ontwaterde plekken in voorjaar en najaar. Dit kan door machines van baanpersoneel, maar ook door buggy's en trolley's, zelfs door het belopen.

Slechte bodemstructuur geeft natte plekken naar de teenbox. Erosieschade.
Door betreding verdichte bodem waardoor tijdelijk water optreedt.

Al deze factoren zijn verschillend en verschillend van invloed per grondsoort, denk aan klei, zand, loss en veengronden, waar de bodemstructuur sterk verschilt. Per locatie kan dit, mede afhankelijk van hoeveelheden zand, leem of organische stof ook weer sterk verschillen.

De neveneffecten van goed ontwaterde gronden zijn o.a.;

  • meer draagkracht van de grond,
  • sneller opwarmen van de grond in het voorjaar,
  • snellere groei van het gras in het voorjaar,
  • beperking van structuurschade van de grond door berijden met machines, buggy's, trolley's of belopen,
  • een rijker bodemleven.

Het zou hier te ver gaan om hier dieper in te duiken, daarvoor verwijzen we naar literatuur of leermiddelen op gebied van bodemkunde. Belangrijke Hoofdstukken die in relatie staan met wateroverlast en waarnaar ook wordt verwezen, zijn: Beregening, Infiltratie, Erosie en Waterhindernis.

Gebrek aan zuurstof

Overtollig water verdringt de zuurstof in de grond, het vult de ruimtes tussen de bodemdeeltjes waar anders lucht zou zitten met zuurstof. Bij zuurstofgebrek sterft het wortelstelsel af en stagneert de groei of zelfs sterft het gras. Gebrek aan zuurstof in de grond heeft meerdere negatieve effecten, waarbij gedacht kan worden aan het bodemleven en aan uitwisseling van voedingsstoffen.

Vorm

Binnen de golfsport worden natte plekken door spelers veelal herkend als tijdelijk water. Deze plekken of zelfs hele terreinoppervlaktes, kunnen overal door de baan optreden. Dit kan zich voordoen op de tee, de fairway, de green, in de bunker, in de rough maar ook in ontwateringssystemen als greppels en wadi’s.

Structuurverslechtering in onverhard pad en wateroverlast, erosie.
Tijdelijk water in bunker door verslechterde infiltratie.
Tijdelijk water op de green door verslechterde doorlatendheid of tijdelijke concentratie.

Natte plekken versterken zichzelf door o.a. de afnemende grasgroei, afnemende doorlatendheid en daarmee de infiltratie, door verslemping en verzakking van de grond. Hierdoor kan de grond ter plekke snel kapot worden gereden en dat zien we aan de grasmat. Zie langs de randen (bermen) van buggypaden of andere verharde paden door de baan, hier treedt erosie op. Maar ook zien we dit op onverharde paden, waarin gaten en kuilen ontstaan, waarin weer water blijft staan.

Slechte bodemstructuur naast pad door berijden van de berm.
Kuilen met water in onverharde weg; slechte bodemstructuur.

Tijdelijk water door verdichte ondergrond. Opvangplaats met dubbele functie.
Wilde eenden in tijdelijk water na regenbui, om pad met slechte bodemstructuur. Erosie.

Snel ingrijpen is hier het beste, bv. door het graven van greppels, woelen van de grond of met de vastetandcultivator bewerken, mits het terrein dit toestaat. Ook het werken aan de grondwaterstand is hier belangrijk. Bezien zal moeten worden per baan en per locatie, wat de meest gunstige grondwaterstand gemiddeld beneden het maaiveld (winterstand) moet zijn in cm.

Waterput of afvoerput door de baan.
Waterput of afvoerput door de baan.

Grondwerk, inzet van machine bij plaatsen van afvoerput.
Afvoer regel van overdadig water via de baaninrichting.

Ontwatering

Gelijkmatige ontwatering wordt verkregen door o.a. egalisatie, iets wat op golfbanen niet altijd de meest gewenste layout van de baan is voor de golfsport.

Behulpzaam zijn hier;

  • greppels en sloten,
  • wadi's,
  • drainage,
  • afvoerputten,
  • afvoergoten,
  • infiltratietechnieken.

Betonnen watergoot met verharde taluds.
Met klinkers verharde afvoerpunten aan verhard pad.
Afvoerput met overstort-afvoerpijpen als extra capaciteit.

Belangrijk hierbij is o.a. de onderlinge afstanden in relatie met de gewenste ontwaterinsintensiteit. Een goede ontwatering draagt ook bij aan het behoud van de gewenste samenstelling van grassen door de baan, op de tee en op de gree. Langdurig verzadigde grond en daardoor optredend zuurstofgebrek gaat ook ten koste van het bodemleven, dat opzich weer bijdraagt aan de structuurverbetering van de grond en de zuurstoftoetreding.

De grondwaterstand controleren is onderdeel van het onderhoud.

Waterbekken in de vorm van kleine poel.
Oversteek van een waterbassin met behulp van een brug.
Waterbekken als waterhindernis, met brug.

Ontwatering van golfbanen is te verbeteren door bv:

  • Aanleg en onderhoud van sloten, (in bergachtige streken ook van bergbeken),
  • Aanleg en onderhoud van greppels (oppervlakkige ontwatering),
  • Verlagen van slootwaterpeil in winterseizoen (voor zo ver toegestaan),
  • Egalisatie,
  • Bol leggen,
  • Drainage (verlagen van grondwaterpeil),
  • Afwateringsputten,
  • Infiltratietechnische voorzieningen.

Hierbij rekening houden dat dit verschilt per baan, per gebied en per grondslag en grondsoort.

Overstortpijp in waterbekken.
Op bergbanen snelle afvoer met grotere bergbeken.

Uitstroompijp naar wadi en afvoerkolk.
Afvoerbuis van pvc in dieper deel van de fairway.
Soms zijn nood ingrepen nodig.

Verzonken geplaatste water afvoerput in lage plek door de baan.
Afvoer vanuit watergoot naar open water.
Snelle afvoer van water door de golfbaan.

Techniek

Binnen dit Hoofdstuk Techniek wordt hierna ingegaan op de;

  • Controle op de grondwaterstand,
  • Greppels en sloten,
  • Wadi,
  • Wegbermen,
  • Watergoten,
  • Halfverharding.
Watersloot tussen tee en fairway.
Watersloot tussen tee en fairway, met brug.

Sluis tussen verschillende waterniveau's.
Dam met doorlaat in waterbeheer met verschillende niveau's.

Controle op de grondwaterstand

Controle op de grondwaterstand wordt uitgevoerd met behulp van boorgaten. Het meten over langere perioden wordt vaak gedaan met peilbuizen die bestaan uit pvc-buizen en in doorsnede kunnen verschillen (2 tot 5cm). Ze zijn vaak voorzien van perforaties met daaromheen waterdoorlatend materiaal. Ook zijn er buizen met inlaten alleen aan de onderzijde van de peilbuis.

Hulpmiddelen voor het meten zijn hierbij:

  • Het peilklokje (tot max. 10m diepte),
  • Een peillicht (tot ca. 50m diepte),
  • Voor dieptes tot ca. 200m een peilapparaat.
Pijlen van de waterstand.

Greppels en Sloten

Greppels en sloten worden gegraven om de afvoer van overtollig water te regelen. Hierbinnen zijn de greppels meer functioneel voor de afvoer van de eerste neerslag naar beneden, via infiltratie, dan voor de afvoer naar de sloten. Ze vormen als het ware een wadi (zie onder Wadi).

Greppels in de fairway kunnen verstoring aanbrengen in de grasontwikkeling, waar de waterminnende grassoorten zich sterker kunnen ontwikkelen. Ook kan hier een lichte onbalans ontstaan bij het bemesten van de fairway en kunnen spontaan verzakkingen ontstaan. Dit gebeurt daar waar de grond in de drainsleuf door klink, soms tot enkele decimeters kan inzakken. Dit is boven de drains van de aangelegde drainage. Zie foto's.

Meer grasgroei en kleurverschil in greppel bij klink boven de drains in de fairway.
Golvend land door klink-greppels boven de drains in de fairway.

Waar en wanneer nodig kunnen greppels en sloten ook worden gebruikt voor aanvoer van water, denk aan droge zomers. Soms ook doen ze dienst als perceelsscheiding of veekering, als alternatief voor ontbrekende afrastering of hekwerk, dit is met name op polderbanen mogelijk met de bredere sloten.

Polderland met lange sloten als perceelscheiding en opvangbekken.
Kantbegroeiing van waterbekken met bomen; waterhindernis.
Polderlandschap met lange sloten als bekkens en perceelscheiding, oversteek met brug.

Binnen de golfbaan zullen greppels en sloten zijn aangegeven als waterhindernis of als laterale waterhindernis. Ze kunnen altijd gevuld zijn met water of periodiek, in sommige situaties ook nagenoeg altijd droog staan. Zo kan een sloot van enige betekenis ook een waterbassin of bekken vormen ten behoeve van de beregening van de baan of als drinkwatervoorziening dienst doen voor vee, dit naast de afvoer van overtollig water.

Droogstaande greppel om green.
Droge greppel in de fairway.
Greppel slingerend over de fairway.

Meanderende beek als waterhindernis tussen fairway en green.
Paaltjes met rode kop als aanduiding van lateraal water.

Sloot met steile taluds door de golfbaan.
Drijfvuil in de berm na hoogwaterstand.

Op deze greppels en sloten binnen de golfbaan, zijn veelal de drainagesystemen aangesloten, waarin uitmondende eindbuizen zichtbaar zijn voor golfers. Afhankelijk van de situatie kunnen op greppels en sloten ook pompen of pompsystemen zijn aangesloten.

Hulpmiddel, waterpomp voor regulering van het bekken.
Hulpmiddel; ingezette waterpomp.

Wadi

Een wadi is een verlaagd stuk grondoppervlak, dit t.o.v. de omringende maaiveldhoogte, van ca. 15 tot 45cm. De overloop is vaak natuurlijk met een vrij onopvallend talud. De wadi is begroeid met gras en in de ondergrond voorzien van waterdoorlatend materiaal als grof zand, kiezel, split of i.d.

Zo doet de wadi dienst als opvangbekken van kortstondig, overtollig water om dit te bufferen en snel weer af te geven aan de ondergrond, door middel van verticale infiltratie. Dergelijke wadi’s kunnen binnen golfbanen een ideale bijdrage leveren aan de opvang en concentratie van kortstondig overvloedig water, zonder veel speelhinder te veroorzaken. Ze dragen hiermee tevens bij aan een goede waterbalans door de baan.

Afvoerplaats toegedekt met kunststof rooster.

Wegbermen

Wateroverlast komt veel voor op en langs delen van de verharde paden en wegen door de golfbaan. Op sommige banen met veelvuldige wateroverlast, zijn speciale doorwaadbare plaatsen gecreëerd in de verharde paden of wegen.

Ook de bermen dragen bij tot snelle ontwatering of door erosie juist het tegendeel. In lage delen van paden kunnen afvoerputten zijn aangebracht of kan de berm extra doorlatend zijn gemaakt, bv. met verticale drainage.

Door berijding samengedrukte of weggereden grond, vertoont slechte doorlatendheid.
Betonpad met waterdoorlatende bermen gevild met losse natuursteen.
Betonpad met afvoerput en waterdoorlatende berm in de bocht.

Watergoten

Met name op plaatsen in verhardingen zoals wegen en paden, terrassen en pleinen, zijn watergoten voor de ontwatering een dankbaar hulpmiddel. Ook worden wel sleuven gehanteerd tussen diverse stukken verharding om water af te voeren.

Afvoergoot met rooster in de verharding.
Af- of doorvoersleuven ingebracht in de verharding.

Metalen watergoot in de weg.
Watergoot in verharde weg, met put en opvang.

Langs het buggy-pad een afwateringsgoot voor geleiding van overtollige water.
Geleiding via een afwateringsgoot langs verhard pad.
Afvoergoot langs de tee.

Halfverharding

Halfverharding of semi-verharding kan goed dienst doen als waterdoorlatende oppervlakte verharding. Grint, puin, steenslag, schelpen e.d. zijn goed waterdoorlatend, zeker wanneer er weinig bindmiddel aan is toegevoegd zoals klein of leem. Zie hiervoor ook de Hoofdstukken Drainage en Erosie.

Accessoirelijn op halfdoorlatende verharding voor goede ontwatering.
Begaanbare ontsluiting van drainbed gevuld met natuursteen.

Onderhoud

Het controleren van de grondwaterstand behoort tot het op waterbeheer gericht onderhoud. Dit kan door te peilen hoe hoog de grondwaterstand komt en dat wordt gedaan m.b.v. boorgaten en pijlkokers. Omdat grondwater fluctueert, is regelmatige controle het jaar rond, van wezenlijk belang. Zo ook wordt zicht verkregen op de waterbalans.

Onderhoudswerkzaamheden aan greppels en sloten zijn aan te duiden als:

  • Begroeiing verwijderen van bodem en talud,
  • Profielbehoud, diepte, breedte, hellingen, bescherming,
  • Baggeren, verwijderen van bagger of slib,
  • Vrij houden van doorgang bij duikers en afvoerpijpen.

Werkzaamheden die minimaal 1 tot meerdere malen per jaar moeten worden uitgevoerd. In bepaalde natuurgebieden of golfbanen grenzend aan een natuurgebied, kan hiervan worden afgeweken. In verband met seizoenen wordt ook onderscheid gemaakt in klein onderhoud en groot onderhoud.

Gelet op de flora en fauna ,wordt vanuit ecologisch beheer ook specifiek gekeken naar schoonmaakfrequentie, tijdstip(pen), intensiteit en inzet van machines en gereedschappen. Zo kan vanuit voorschrift de voorkeur worden gegeven aan handgereedschap boven machinale uitvoering. De traditionele zeis wordt hier soms weer in ere hersteld.

Vlotte afvoer via sloten en door duikers.
Waterregulering met schuif in dam van hout.

Desondanks is het schonen van greppels en sloten op veel golfbanen ook veelvuldiger een gemechaniseerde arbeid geworden. Hiervoor zijn, in velerlei maatvoeringen, specifieke machines ontwikkeld als klepelmaaiers, maaikorven, taludmaaiers, slootkantsnijders, baggermachines e.d.

Door de baan is ook het vrijhouden van afvoerputten van gras en andere vervuiling, een belangrijk onderdeel van beheer. Putafvoeren kunnen verstopt raken door overgroeiing met gras, blad, takrestanten en dergelijke.

Afvoerputten kunnen overgroeid raken door gras.
Tijdig schoonhouden duikerdoorlaat is belangrijk.

Ook preventieve maatregelen om schade te voorkomen, behoren tot het onderhoud. Dit kan o.a. bestaan door goede geleiding van spelers met of zonder trolley of buggy. Zo geeft de Nieuwsbrief van Greenkeeper (12 november 2012) aan dat de De Drentse G&CC ervoor kiest om handicars zolang mogelijk op de baan toe te laten in het natte seizoen. Daarbij leiden ze het baanverkeer met paars geverfde paaltjes langs de ‘waterhindernissen’ en de gevoelige plekken die door regenval en betreding onvermijdelijk ontstaan. Zo rond begin november 2012 is men gestart de paaltjes te plaatsen, om de handicars zoveel mogelijk langs de hoogste en droogste plaatsen te dirigeren.

Zullen de paarse paaltjes voldoende onderscheidenlijk zijn voor spelers van de blauwe paaltjes (GUR)? Ziet iedereen het onderscheid in kleur?

Hygiëne

Vanuit milieu-hygiënische overweging vormt de verwijdering of de verwerking van slootvuil ook een aandachtspunt. Slootvuil kan worden afgevoerd of m.b.v. een slootvuilfrees worden verspreid over het aangrenzende terrein. Dit zal niet direct binnen alle locaties van de golfbaan een oplossing bieden. Binnen arealen als de rough zal hier anders tegenaan worden gekeken dan op de fairway.

Na overstroming van golfbanen die in de uiterwaarden van rivieren zijn gelegen, dient wanneer het water is gezakt, achtergebleven vuil weer snel te worden opgeruimd en verwijderd.

Op banen die zijn gelegen op of rond oude vuilstortplaatsen, dient extra voorzichtigheid in acht te worden genomen bij overvloedige uitstroom, uit de oude vuilstort.

Ook vragen aanwezige watergangen controle op de waterkwaliteit, het zuurstofgehalte in het water, de hardheid, het ijzergehalte e.d., zeker daar waar de bekkens ook water bevatten waarmee de beregening plaatsvindt.

Bron- of borrelfontein in waterbassin voor zuurstoftoevoer.

Veiligheid

Veiligheidsaspecten rond ontwateringsproblematiek zijn gericht op:

Direct gevaar:

  • Bij inzet van machines en gereedschappen,
  • Bij grote hoeveelheden tijdelijk, overtollig water,
  • Bij sloten en andere watergangen,

Indirect gevaar:

  • Letsel door verzakkingen, uitglijden, vallen,
  • Geraakt worden door wegslingerend materiaal bij inzet van machines,
  • Schade door vervuild water.
Door hemelwater ingezakt talud van potbunker.

Bij, tijdens of na overstroming van golfbanen die in de uiterwaarden van rivieren zijn gelegen, kan aanspoelend grof vuil als bomen, takken, drijfhout en huishoudelijk of industrieel vuil, ook voor onveilige situaties zorgen. Ook wanneer dit bv. na het zakken van het water, boven in bomen, struiken of beplanting is achtergebleven.

Tijdelijk water in een bunker met door bewerking verstoorde bodemstructuur.
Sterk door regenval beschadigde, nieuwe waterbekkens. Erosieschade.

Invoerpijp in waterbekken.
Waterbekkens met doorgebroken dam en uitgespoelde doorlaatpijpen.

Weggespoelde grond door hevige regenval, erosieschade.
Uit en weggespoelde grond na hevige regenval, erosieschade.

Erosieschade bij overvloedige, kortstondige regenval, hier in dassengang.
Erosieschade door wateroverlast bij nieuw werk in de baan.

Op banen die zijn gelegen op of rond oude vuilstortplaatsen, wordt extra aandacht gevraagd voor de waterkwaliteit van drainwater uit de oude vuilstort.

onderdeel/ontwatering.txt · Laatst gewijzigd: 2014/01/26 16:25 door Herman H. Berteler