Een trap is een verbinding, opgebouwd uit opeenvolgende (trap)treden, tussen twee verschillende niveaus. Via deze verbinding verplaatst men zich zo van het ene niveau naar het andere. Een trapverbinding kan zowel stijgen als dalen.
Welke relatie heeft de trap met de spelregels? Graag verwijzen wij hiervoor naar de meest recente Golfregels en Amateurstatus Regels van de Nederlandse Golf Federatie of naar Rules of Golf and the Rules of Amateur Status.
Verwezen wordt naar:
Deel II Definities:
Obstakels – Obstructions
Zie ook Baan
De functie van de trap is het bieden van de mogelijkheid om een hoogteverschil te overbruggen, om je van hoog naar laag of van laag naar hoog te verplaatsen.
Al naargelang de vorm van de trap worden verschillende soorten trappen onderscheiden, onder meer:
* de rechte of steektrap * de spiltrap * de wenteltrap. Trappen die we veelal in of aan gebouwen tegen komen.Op de golfbaan hebben we het meest te maken met de rechte trap of steektrap, met opgelegde of ingelegde trappen op taluds van de tee of teebox, bunkers, nabij greens of bruggen. Verder komen trappen voor op de drivingrange en nabij of in het clubhuis en toiletgebouwen.
Er zijn trappen in gebruik die gecombineerd zijn met zijdelings een rijvlak voor buggywielen of met geïntegreerde hellingbaan of als hellingbaan met geïntegreerde trap.
In diverse situaties is deze combinatie van een trap met hellingbaan gewenst, niet alleen in gebouwen als drivingrange en lockerruimtes of in tunnels en viaducten, maar ook naar hoger gelegen tees.
Trappen kunnen kort zijn, bv. slecht twee of drie treden, maar ook heel erg lang. In sommige gevallen kan de trap geschakeld zijn, ofwel om van richting te veranderen ofwel om passage van gebruikers mogelijk te maken. Bij geschakelde trappen krijgen we te maken met houten plateaus waar de bocht gemaakt wordt of waar de mogelijkheid van passage wordt geboden.
Op de golfbaan hebben we het meest te maken met vaste en gesloten (met stootbord) trappen, de greenkeeper echter kan ook vanuit zijn werkzaamheden te doen krijgen met een losse trap, een werktrap(je) of met de ladder, de open trap zonder stootbord. In heel grote clubhuizen of hotels met golfbaan, kennen we ook de roltrap.
Trappen kunnen zijn voorzien van een enkele leuning (links, rechts of in het midden) of van een dubbele leuning, links en rechts of zelfs drie bij heel brede trappen, links, midden en rechts.
De opbouw van een trap bestaat primair uit een of twee trapbomen, de zijkanten of kantopsluiting en uit treden. Het stapvlak waarop de voet wordt geplaatst, heet de aantrede of de trede, de hoogte van de stap of trede, heet optrede. De aantrede kan een overstek of wel hebben, waardoor de voet als het ware iets onder de volgende trede staat.
Een trap kan een, twee of drie leuningen bevatten, waar de hand ondersteuning vindt bij het dalen of stijgen. Trapleuningen zijn er in diverse uitvoeringen. Meest bekend zijn de ronde en de platte leuning. Het materiaal is dan veelal metaal of hout.
Op golfbanen zijn vormen van trappen aan te treffen waarbij de trap bestaat uit, in het grondlichaam ingelegde of opgelegde treden, met of zonder trapbomen (kantplanken). Deze treden zijn van gemetselde klinkers of natuursteen, van balken, biels of planken en de trapboom wordt soms gevormd door het grondlichaam. Ook zijn er uitvoeringen waarbij de trede bestaat uit halfverharding, gras of een combinatie.
Afhankelijk van de hoogte hebben trappen soms tientallen treden zoals bij afslagen die hoog op een terras zijn gelegen of naar bunkers die heel diep onder de fairway zijn gelegen.
Het onderhoud van trappen is gericht op de veiligheid tijdens het gebruik en op gebruiksvriendelijkheid. Controle van de kwaliteit en stabiliteit van de trap en de onderdelen ervan zijn belangrijk. Ook inspectie na hevige regenbuien of stormen zijn belangrijk i.v.m. de stevigheid van het grondlichaam waarin of waaraan de trap is verankerd. Dit geldt zeker bij trappen die bestaan uit treden van semi-verharding.
Ook de conservering van het trapmateriaal vraagt om aandacht, even als aangebrachte antislip bekleding. Het vrij houden van vuil, overdadig vocht, begroeiing door gras, mos of algen. Bij metalen trappen wordt aandacht gevraagd voor optredende roest.
Ook aanwezige leuningen dienen regelmatig geïnspecteerd te worden op stabiliteit, hygiëne en veiligheid, waaronder de kans op verwonding van de handen.
Bevuiling van kleding, schoeisel en materiaal of handen zijn zaken die bij inspectie en onderhoud, geregeld om aandacht vragen. Dit betreft zowel de trap en de traponderdelen als ook de aantrede voor de trap en aan het einde van de trap, waar kans is op betredingserosie.
Veiligheidsaspect is vooral de staat van onderhoud en de gebruiksvriendelijkheid van de trap, de gladheid of stroefheid van de treden, de stabiliteit van de trap en de situering van de trap in of op het grondlichaam. Tegen gladheid worden antislip maatregelen getroffen door op de treden extra voorzieningen aan te brengen. Ook leuningen, enkel of dubbel, kunnen de veiligheid van het gebruik verhogen.
Antislip maatregelen kunnen zijn:
Voorbeelden van met antislip beveiligde traptreden;