Dit is een oude revisie van het document!


Brug, tunnel en viaduct

Definitie

Brug.
Tunnel.
Viaduct.

Een brug is een vaste of beweegbare verbinding tussen twee punten die gescheiden zijn door een overbrugbaar obstakel. Dit obstakel kan water zijn, maar ook een weg, spoorlijn of een ravijn. Binnen de golfsport kan een brug ontworpen zijn om werkverkeer en/of golfspelers te dragen, al dan niet met een buggy, handicart of trolley.

Is er sprake van een verbinding tussen twee punten onder een obstakel door, dan spreken we van een tunnel of viaduct (onder bv. een weg of spoorlijn door).

Golfregels

Welke relatie heeft de brug, tunnel of viaduct met de spelregels? Graag verwijzen wij hiervoor naar de meest recente Golfregels en Amateurstatus Regels van de Nederlandse Golf Federatie of naar Rules of Golf and the Rules of Amateur Status.

Verwezen wordt naar:

Deel II Definities:

Obstakels – Obstructions

Zie ook Baan

Functie

Afhankelijk van de plaats waar de brug ligt, kan de functie van de brug meerledig zijn voor wat betreft de gebruikers. Mede hierdoor wordt de techniek, de constructie en de zwaarte van de toe te passen brug bepaald. Het spreekt voor zich dat een brug die door baanpersoneel en eventueel agrariërs uit de buurt gebruikt wordt om met gereedschap en materieel over te steken, zwaarder van uitvoering zal zijn dan die waar alleen lopende golfers passeren. Er zijn ook clubhuizen die bereikbaar zijn via een loopbrug of plaatsen waar de eerste hole bereikbaar is via een tunnel onder het clubhuis door. Zo ook zijn er clubs waar de drivingrange bereikbaar is via een viaduct of tunnel.

Loopbrug naar clubhuis.
Toegang tot de drivingrange via een viaduct.

De tunnel of viaduct is op sommige golfbanen een mogelijkheid om een pad, een weg of spoorlijn, niet gelijkvloers te kruizen en soms ook voor meerdere gebruikers toegankelijk.

Vorm

  • Knuppelbrug of balkenbrug voor overbrugging van natte bodemdelen of gebieden met drassige of veenachtige grond. Het doorgaande pad kan hier worden gevormd door aan elkaar gelegde rondhouten palen of rechthoekige of vierkante balken, meestal dwars op de looprichting gelegd. Deze brugvormen kunnen tot tientallen meters lang zijn.
Lange balkenbrug met antislip mat, in nat gedeelte van de baan.

  • Zeer kleine bruggen voor overspanning van greppels, sloten en beken, kunnen bestaan uit eenvoudige balken of biels met daarop een planken dek, soms ondersteund door extra materiaal als staal en/of steen. Ze zijn veelal vlak uitgevoerd, waarbij het brugdek rust op enkele liggers. De boogbrug is een bolle uitvoering van het brugdek met het hoogste punt op het midden van het te overbruggen obstakel.

Ook zijn er geknikte bruggen, met schuin op- en afloopdeel. Voor gebruik door materieel van greenkeepers, is de hellinghoek of de graden van de boog belangrijk.

Er zijn hier en daar kleine bruggen in gebruik, waar de toegang uit een trap bestaat en waar de golfer alleen met tas of stok toegang heeft.

Kleine bolle brug voor loopverkeer in de fairway.
Zware brug voor o.a. werkverkeer.

Twee typen bruggen naast elkaar, voor voetgangers met of zonder trolley en/of buggy.
Eenvoudige bielsbrug met in de looprichting gelegde biels.

Kleine brug, vlak, met tweezijdige leuning en gelijkvloers doorlopend wegdek.
Kleine brug, bol, met tweezijdige leuning.

Kleine brug, vlak, zonder leuning, met gelijkvloers doorlopend dek.
Geknikt brugdek met twee hellingbanen.

  • Ook zijn er brugvormen die zijn uitgevoerd als doorgaand pad en bevatten ondergronds een grote duiker (buis van staal, kunststof, beton of gresbuis) waar het water doorheen stroomt. Deze kan zijn ingegraven of ingemetseld, rond zijn of rechthoekig of vierkant van doorsnede.

Foto's hierna: Duikers van rechthoekige betonelementen of ronde buis in diverse diameters.

Rechthoekige, dubbele duiker.
Ronde, metalen duiker of buis.

Eenvoudigste vorm van een brug, een duiker.
Ronde betonnen duiker of betonbuis.

  • Ook grotere overspanningen zijn veelal vlak uitgevoerd, vaak in staal gecombineerd met hout. Ook wel geheel in beton. Veelvuldig zijn dan de brugliggers op een of meerdere plaatsen gestut door verticale elementen, de zgn. pijlers die in de oever staan of in het water.
Bij grotere overspanningen kan het dek worden gesteund door staanders. Hier met geknikt dek en zonder leuning.
Zware houten brug waarbij het dek wordt gesteund door staanders. Hier met licht geknikt dek en tweezijdige leuning.

Zware houten brug waarbij het dek wordt gesteund door staanders. Hier met vlak dek en tweezijdige leuning.

Bruggen kunnen een- of tweezijdig zijn voorzien van een leuning, een ketting, touw of muurtje, van een beperkte afrijbeveiliging en van antislipprofiel of extra materiaal tegen uitglijden.

De tunnel of het viaduct kan rechthoekig van vorm zijn of rond, opgebouwd uit betonelementen of van staalplaat. De vloer is dan vaak ook van beton, bestraat of ook wel onverhard gelaten.

Techniek

Bruggen kunnen opgebouwd zijn uit beton (gewapend of voorgespannen), metselwerk, metaal (staal of gietijzer), hout of combinaties hiervan. Recentelijk is de lichtgewicht, composiet golfbrug geïntroduceerd. Een brug die vele keren sterker zou zijn dan staal en vele keren lichter dan beton, veilig, onbrandbaar, onverslijtbaar en geen enkel onderhoud nodig heeft.

Een brug bestaat uit twee delen:

  • de bovenbouw, o.a. het brugdek, dat het verkeer op de brug moet toelaten, en
  • de onderbouw, met (pijlers en) funderingen, die de krachten van de brug op de ondergrond overbrengt.

Van invloed hierop zijn de gelijktijdig over te brengen hoeveelheid gewicht van mens en/of materieel en vracht en/of dieren (op bergbanen worden in bepaalde seizoenen wel geiten, schapen of koeien gehoed), de breedte, de trillingen veroorzaakt bij passage en de verplaatsingssnelheid over de brug.

Hieronder enkele vormen van een metalen (loop)brug.

Smalle metalen loopbrug met geknikt dek.
Smalle metalen loopbrug met vlak dek.

Metalen loopbrug met rond dek.
Metalen loopbrug met geknikt dek en sier smeedwerk in de leuningen.

Vlakke metalen brug met tweezijdige, lage leuning.
Licht gebogen metalen brug met tweezijdig houten handgeleiders op metalen leuningen.

Ook de lengte van het te overbruggen obstakel is van invloed op de constructie. Een brug over een greppel, sloot, beek of vijver zal anders van uitvoering zijn dan over een kanaal, rivier of (deel van) een meer of over een ravijn.

Foto 1, 2 en 3 hierna: Het te overbruggen water of waterhindernis kan bv. een watergoot zijn, een waterplas of een bergbeek.

Foto 1: Vlakke betonbrug over betonnen watergoot.
Foto 2: Vlakke houten brug over vijver of waterplas.

Foto 3: Zware, vlakke houten brug over een door de baan stromende bergbeek.

Het komt voor dat bruggen een naam dragen, in relatie met de omgeving of bijvoorbeeld opgedragen aan een persoon.

Metalen brug voorzien van een naam, hier vernoemd naar een persoon.

Tunnels en Viaducten

Tunnels en viaducten liggen vaak in een dijk- of grondlichaam en zijn alleen aan de in- en uitgang benaderbaar. Ze zijn dan aan de voor- en achterzijkant omgeven door een al dan niet begroeid talud. Dat talud kan ook verhard zijn, als bescherming tegen erosie. De opbouw van de tunnel en viaducten bestaan in de bekende gevallen bij golfbanen, uit segmenten van beton of staal. Dit kan zijn rond, halfrond, vierkant of rechthoekig.

Foto's hierna: Tunnels en viaducten worden toegepast voor vrije passage onder wegen en spoorlijnen door.

Niet afsluitbaar viaduct onder openbare weg door. Met waarschuwingsbord.
Afsluitbaar viaduct onder openbare weg door.

Lange tunnel van betonelementen.
Niet afsluitbaar, van antislip voorzien viaduct onder spoorbaan door.

Ronde buistunnel onder snelweg door.
Rechthoekig viaduct onder een snelweg door.

Materiaal brugdek

Ons beperkend tot de bruggen op de golfbaan, zien we vaak een brugdek van losse of vaste plankdelen, van metaal, beton of soms geasfalteerd. Bruggen met duikers onder de grond, hebben vaak een doorlopende constructie van het passerende pad of wegdeel.

Vlak biels brugdek zonder profiel en zonder afrijbeveiliging, breedterichting.
Vlak, planken brugdek met profiel en afrijbeveiliging, breedteligging.

Vlak, balken met grote ruimte ertussen, breedteligging, met antislip bedekking.
Vlak, houten dek van planken in de lengterichting, met zware, dichte leuningen.

Vlakke betonbrug met gemetselde afrijbeveiliging.
Doorlopend wegdeel over de brug welke op maaiveld hoogte is gelegen.

De vloer van de tunnel kan bestaan uit het materiaal van de opbouw, bv. beton, of uit erin aangebracht wegdek (bij ronde stalen opbouw), geheel of gedeeltelijk bestraat of onverhard gelaten.

Glasvezelversterkt polyester

Op zoek naar een constante hoge kwaliteit van elk brugonderdeel, bestendigheid tegen weersinvloeden, beperking van onderhoud, langere levensduur en winst voor het milieu, is de glasvezelversterkte polyesterbrug geïntroduceerd.

Verkregen via een specifiek proces dat pultrusieproces wordt genoemd met hoogwaardige composietconstructies. Bekend in deze zijn de zgn. BIJL bruggen, zowel bolle als vlakke bruggen, groot en klein, voor lange of korte overspanning.

Glasvezelversterkte polyester brug, vlak.
Glasvezelversterkte polyester brug, bol.

Naast dat het toegepaste materiaal UV-bestendig is, is het ook ongevoelig voor schimmels, mossen en rot, iets wat we op de golfbaan toch regelmatig aantreffen. Glasvezelversterkte polyester profielen zijn er voor ook voor nieuwbouw en renovatie van vloer en brugdekken (composiet vloerplanken). Zo ook zijn er composiet leuningen, steigers, vlonders en bordessen.

Gerenoveerde hard-houten brug met een kunststof 500x55mm dek, glasvezelversterkt polyester.

Onderhoud

Naast de controle op de technische staat van de bovenbouw, de onderbouw, eventuele pijlers en fundering, is er het reguliere onderhoud. Voor de golfer is belangrijk dat het onderhoud aan het brugdek goed en tijdig wordt uitgevoerd.

Ook belangrijk is het onderhoud van de op- en afstap van de brug, de aan- en afrijruimte waar door betredingserosie]] nogal eens gaten ontstaan, die vervolgens vol komen te staan met water. Schoon- en stroef houden van het brugdek, vrij van spoelzand, grind en botanisch materiaal als algen, mossen en grassen is belangrijk. Tijdig repareren of vervangen van beschadigde dekdelen, afrijbeveiligingen en leuningen is noodzakelijk, zo ook van losgeraakt antislipmateriaal.

Tunnel- en viaductwanden vragen minder onderhoud. Controle op lekkage en waterdichtheid van de aansluitnaden is belangrijk. Ook het talud aan de in- en uitgang vraagt om controle op erosie. Verder is de gladheid van zowel de aantrede (de tunnel kan lager of hoger liggen dan het aansluitende wegdek), de tunnelvloer en de uitgang punt van aandacht. Zeker wanneer er sprake is van inlopend regenwater.

Hygiëne

Naast visuele verontreiniging door achterstallig onderhoud en daardoor een beleving van beperking in veiligheid (emotionele onveiligheid), kan er ook vervuiling optreden door schilferende verfrestanten, houtrotting, begroeiing van houtdelen door mos, grassen of zelfs struiken. Bij metalen bruggen valt hier te denken aan optredende roest, bij beton- en gemetselde bruggen aan betonrot, scheuren en barsten.

Onhygiënische situaties door slijtage en/of vervuiling van brugdekken levert weinig fraaie beelden op en kunnen gevaarlijk zijn.
Slijtage en/of vervuiling van brugtoegang of brugafstap door erosie, kunnen gevaarlijk en onhygiënisch zijn.
Weinig hygiëne en onveiligheid door slecht bielsdek, gladheid door begroeiing met mossen en grassen en verzakking in wegdek voor de brug.

Hoe vreemd ook, nodigt een brug voor veel mensen uit om juist daar een sigaret- of sigarenpeuk, snoeppapiertje of ander afval weg te gooien, in de ‘diepte’. Een afvalbak hier plaatsen zou preventief kunnen bijdragen aan de in stand te houden hygiëne. Bijkomend aspect van hygiëne is het voorkomen van plasvorming voor de opstap en/of afstap van de brug door betredingserosie. Lager gelegen brugdekken kunnen wel eens last hebben van erop stromend water en aangespoeld zand, grind of botanisch materiaal.

Bij tunnels en viaducten is het van belang dat er geen water in de tunnel blijft staan of door de zuigende werking op wind, er geen zwerfvuil blijft liggen. Lager gelegen tunnels kunnen wel eens last hebben van instromend water en spoelzand, grind of botanisch materiaal.

Veiligheid

Gericht op veiligheid van gebruikers, kunnen bruggen in de golfbaan zijn voorzien van een of twee leuningen, van zijkanten ter beveiliging tegen afrijden en extra maatregelen om uitglijden te voorkomen. Ook in voorjaar en najaar, tijdens nachten met vorst of onder winterse weersomstandigheden, is gladheid van brugdekken een onderdeel van zorg. Zeker daar waar de brug een hellingbaan heeft in de op- en/of afrit.

Grootste zorg van veiligheid hier is:

  • Vermijden van het door de brug zakken van personen en verkeer,
  • Vermijden van het van de brug afvallen van personen en materieel,
  • Vermijden van uitglijden op de hellingbaan van brug of viaduct,
  • Vermijden van uitglijden, verstappen, vuil en nat worden bij de op- en afstap van de brug,
  • Vermijden van splinters of andere verwonding bij toegepaste handgeleiderails,
  • Vermijden van struikelen door losgeraakt antislipmateriaal op het brugdek.
Onhygiënische en gedeeltelijk onveilige situatie door vervuiling en gesuggereerde afrijbeveiliging.
Te steile hellingbaan in tunnel, niet alleen moeilijk maar ook riskant.

Preventief instructiebord voor gebruik traphelling in viaduct.
Steile helling in geknikt brugdek dient stroef te zijn.
Beveiliging tegen uitglijden met gedeeltelijk gaasdek.

Lange hellingbaan naar de tunnel.
Waarschuwingsbord met aanwijzing richting tunnel.

Preventieve veiligheidsmaatregelen die hier naast het correct onderhouden van het brugdek kunnen worden uitgevoerd, zijn het:

  • Tijdig vervangen en repareren van rottende en aangetaste houtdelen, roestende ijzerdelen, afbrokkelende en scheurende beton- of metselwerkdelen,
  • Aanbrengen van geleiderails als (hand)leuningen, minimaal aan een zijde,
  • Aanbrengen van goede en beveiligde aantrede en/of toegangstrappen,
  • Aanbrengen van afrijbeveiliging in de vorm van een opstaande rand of kantplank,
  • Aanbrengen van een antislipprofiel in de vorm van planken met reliëf, rubbermatten, rubberen strips of id.,
  • Aanbrengen van halfverharding of grondstabilisatiematten in de op- en afstap van de brug ter voorkoming van betredingserosie,
  • Aanbrengen van waarschuwingsbebording tegen uitglijden of verdrinking en max. toelaatbaar gewicht,
  • Aanbrengen van reddingsmateriaal als lang touw of reddingsband,
  • Geregelde inspectie van de onderbouw van de brug en de bovenbouw.

Hierna enkele voorbeelden van extra vormen van beveiliging.

Antislip rubbermat.
Antislip, kantplank en leuning.

Anti slipmat en tweezijdige kantplank als afrijbeveiliging.
Enkele leuning.

Tweezijdig een leuning en anti slipmat.
Halfhoge afrijbeveiliging aan twee kanten.

Afrijbeveiliging aan twee kanten en anti slipmat.
Kantplanken als afrijbeveiliging en touwleuningen.

Bebording m.b.t. draagkracht van de brug.
Waarschuwingsbord ‘pas op slipgevaar’.

Verbodsbord voor buggey’s en route aanduiding.
Brug met nabij een reddingsboei.
onderdeel/brug.1378117356.txt.gz · Laatst gewijzigd: 2013/09/02 12:22 door Herman H. Berteler