Dit is een oude revisie van het document!


Boom

Definitie

Een boom is een houtig gewas met doorgaans één stam en een kroon (kruin) van takken, waaraan bladeren (loofboom), naalden of schubben (naaldboom of conifeer) zitten. De boom kan blad-/naaldhoudend zijn of blad-/naaldverliezend.

Een Eik (Quercus) in zijn natuurlijke vorm, zonder takvrij opgesnoeide stam.
Fraaie eik (Quercus) in herfsttooi.
Bloeiende fruitbomen in oude boomgaard.

Golfregels

Welke relatie heeft de boom met de spelregels? Graag verwijzen wij hiervoor naar de meest recente Golfregels en Amateurstatus Regels van de Nederlandse Golf Federatie of naar Rules of Golf and the Rules of Amateur Status.

Verwezen wordt naar:

Deel II Definities:

Obstakels – Obstructions

Zie ook Baan

Boom als obstakel in het spel, welke regels gelden hier?

Functie

Foto 1: Berken (Betula) aan de rand van een veenbos.
Foto 2: Oplopend pad door bos van Grove dennen (Pinus).
Foto 3: Bospad in open Eikenbos (Quercus).

Foto 1, 2 en 3: Het bospad vormt op veel golfbanen en belangrijk onderdeel binnen de infrastructuur, de routing en de belevingswaarde.

De functie van de boom voor de mens in het algemeen, is gericht op voedselproductie, bouwmateriaal, gereedschap, hakhout, brandhout of sierproduct. Ook vaak aangeduid als productiebos, dit tegenover die in de natuur, die een rol speelt binnen een bepaalde levensgemeenschap. Daarnaast heeft de boom een grote sierwaarde, waarbij de seizoenswisselingen een grote rol spelen.

Voorjaar - Kers (Prunus) in bloei.
Zomer - Tamme kastanje (Castanea) getooid met zomerblad.

Herfst - Lariks of Lork (Larix) met naalden in herfstkleur.
Herfst: Jonge Beuk (Fagus) in herfstkleur.
Berk (Betula) in de herfst.

Op de boom kunnen naast korstmossen en schimmels, ook veel insecten leven, dieren en vogels. De mogelijke vruchten en zaden van de boom, vormen vaak een belangrijke voedselbron voor veel diersoorten en vogels en de bloesem voor insecten en vlinders. Naast de boom in het bos, onderscheiden we naar gebruik de laan- en straatboom, parkboom, sierboom en fruitboom. Ook worden bomen op de golfbaan ingezet voor het bieden van schaduw, bv. op rustplaatsen door de baan of op het terras bij het clubhuis of half-way-house.

Productiebos van Douglas (Pseudotsuga) op golfbaan in Duitsland.
Schaduw onder de als parasol gesnoeide Trompetboom (Catalpa).

Binnen het golfspel kunnen bomen een belangrijke rol spelen voor wat betreft het ‘course management’.

Bomen op de golfbaan kunnen onderdeel zijn van bos, van park, laan, coulisse, houtwal e.d. of als solitair aanwezig zijn. Primair zijn deze onderdeel van het landschap, van de locale omgeving en daarbinnen functioneel als onderdeel van de aanwezige levensgemeenschappen. Slechts zelden worden deze nog als productiehout gekenmerkt. Daar waar het nog wel voor komt, wordt het hout vooral gebruikt voor verwerking tot houtvezels en worden de takken versnipperd en steeds meer afgezet als brandstof voor biomassacentrales. Bij planmatige aanpak van het rooien is de emotionele, visuele schade enigszins te beperken. Gelijktijdige herplant van nieuwe bomen vergoed een belangrijk deel van de negatieve beleving van deze soms omvangrijke ‘kaalkap’.

Hieronder staande foto's tonen een eik (Quercus) met 3 bewoonde holen. De boom als zodanig is wellicht armetierig, maar er verblijven wel drie soorten vogels in, in de plaatselijk uitgeholde stam. Het onderste hol is (anno 2014), bewoond door een pimpelmezen paartje, enkel decimeters hoger wordt een nest jonge grote bonte spechten groot gebracht en enkele meters daarboven, huist een spreeuwenpaar.

Twee holen in een beeld, links onder bewoon door pimpelmezen, rechtsboven door de grote bonte specht. In een eik (Quercus).
Voorzichtig is de grote bonte specht hier op weg naar het hol met jongen in een eik(Quercus).
Grote bonte specht voedt jongen in hol in eik(Quercus).
Pimpelmees vliegt het hol aan waarin de jongen zitten. Rechtsboven het bewoonde hol van de grote bonte specht. Dit in een eik(Quercus).
Hol in eik (Quercus) bewoond door spreeuwenpaar, ook te zien aan de uitstroom van uitwerpselen op de stam.
Spreeuw in aanvliegroute naar het nest in een hol in de eik(Quercus), waarin ook de grote bonte specht en de pimpelmees huizen.

Steeds meer wordt de boom erkend binnen het kapitaliseren van groen, dit door zijn ecologische functie, als leverancier van zuurstof, als lucht zuiveraar door het opnemen van fijnstof, maar ook vanwege zijn duurzaamheid. Bomen zijn de langst meegaande elementen, tot in sommige gevallen honderden jaren, waarbij ze geen verspilling kennen, geen vervuiling en geen verarming. Aspecten waar binnen de aanleg, het beheer en onderhoud van golfbanen meer aandacht voor mag zijn.

Ook langs toegangswegen naar golfbanen nemen bomen vaak een belangrijke plaats in. Afhankelijk van de situatie kunnen dit aangeplante bomen zijn of bomen die in een struweel staan of als bos.

Palmbomen langs de toegangsweg naar de golfbaan, hier in Spanje.

Fruitbomen

Naast het feit dat aan alle bomen vruchten voortkomen (vruchtbomen, naast kegeldragers), waarvan er vele binnen onze golfbanen bekend zijn, zijn er ook banen met meer specifiek fruitbomen. Zo zijn er banen die fruitbomen hebben toegepast als aanplant, bv. vanwege hun ligging in een fruitgebied zoals bv. de Betuwe. Ook zijn er banen die zijn aangelegd op delen van of op gehele boomgaarden of bongerds.

In bepaalde streken binnen Europa, zijn ook de Walnoot of Okkernoot veelvuldig voorkomende bomen, naast o.a. de Olijf.

Nog jonge vruchten van de Walnoot of Okkernoot (Juglans regia).
Restant van oude olijfboom (Olea europaea) in bloemperk.

Bij fruitbomen hebben we overwegend te maken met appel, peer, pruim, kers en morel, in verschillende soorten en rassen. Ook komen wilde kersen nog op veel banen in Nederland voor en tooien vroeg in het voorjaar de baan met prachtige witte bloesem.

Fruitbomen in volle bloei.
Appel.

Een rij Wilde kers of Boskriek (Prunus avium) in volle bloei.
Een rij Wilde kers of Boskriek (Prunus avium) in volle bloei.

Solitaire Wilde kers of Boskriek (Prunus avium) in volle bloei.
Olijven bomen door de baan en rond de green. Hier in Spanje.

Gedurende twee seizoenen zijn deze boomsoorten nadrukkelijk aanwezig, te weten tijdens de voorjaarsbloei en tijdens de dracht en val van het fruit. Het laatste vraagt om specifieke zorg gericht op veiligheid en hygiëne.

Golf in de bongerd, appelbomen.
Valappels rond de tee.

Veel valfruit onder fruitbomen trekt ook wespen aan.
Veel valfruit onder fruitbomen trekt ook wespen aan.

Kegeldragers

Een niet onbelangrijke groep van bomen die op golfbanen zijn te vinden, zijn vertegenwoordigers van de kegeldragers, behorende tot de naaktzadigen. Kegeldragers of coniferen, zijn ook bekend onder de algemene naam van naaldbomen.

Kegeldrager betekent ook dat deze vertegenwoordigers geen vruchten (met vruchtvlees) dragen, maar kegels of zoals in de volksmond, dennenappels. Heel bekende vertegenwoordigers zijn de Grove den (Pinus sylvestris) en de Kerstspar (Picea abies).

Volle dracht jonge kegels van de Douglasspar (Pseudotsuga menziesii).
Dennenappel van de Grove den (Pinus sylvestris).
Kegels van de Grove den (Pinus sylvestris).

Koreaanse zilverspar (Abies koreana) met kegels.
Kegels aan de blauwe ceder of Cedrus atlantica cv. 'Glauca'

Binnen deze groep kennen we bomen met naalden en bomen met schubben. Het zijn dus duidelijk geen bomen met blad (loofbomen). Overwegend zijn ze naalden houdend of wintergroen, maar er zijn bekende vertegenwoordigers die hun naalden tijdens de winter verliezen, zoals de Europese larix of Europese lork (Larix decidua).

De Europese lork of -larix (Larix decidua) in voorjaarstooi met nieuwe, frisgroene naalden.
Herfst - Lariks of Lork (Larix) met naalden in herfstkleur.
Europese larix of - lork (Larix decidua) in de winter. Naaldverliezend.

Van deze soorten komen zowel groepen voor op de golfbaan als solitairs. Ook zijn er banen gelegen in bossen van naaldhoutsoorten, soms zelfs in of grenzend aan productiebos.

Solitair Den (Pinus) rechts voor de tee.
Solitair Spar (Picea) midden op de fairway.

Vorm

Foto 1: Een omgewaaide en doorgegroeide Den (Pinus).
Foto 2: Den (Pinus) met hoofdas en doorgegroeide takas.

Foto 3: Oude gescheurde knotwilg.

Foto 4: Door zeewind beïnvloedde groei van bomen.
Foto 5: Omgewaaide stam met doorgegroeide takas. Geheel gestut.

Foto 1, 2, 3, 4 en 5: Uit respect of kunstzinnige overweging kunnen geheel afwijkende voorvallen worden gehandhaafd en in het spel worden geïntegreerd.

Bomen kunnen beeldvormend of beeldbepalend zijn in het landschap of heel markant en daardoor bekend. Dit niet alleen vanwege de natuurwaarde in relatie met het landschap of het ecologisch systeem, maar ook in de vormgeving van de baan en binnen het spel.

Ook binnen de golfbaan kan de boom betekenisvol en beeldbepalend zijn.
Ook binnen de golfbaan kan de boom betekenisvol en beeldbepalend zijn. Hier een veelstammige Zilveresdoorn (Acer saccharinum).
Passage onder niet opgekroonde eikenboom.

Natuurlijke vorm van de bruine beuk (Fagus sylvatica cv. 'Atropurpurea')
Solitaire Wilde kers of Boskriek (Prunus avium) in volle bloei.

De uiterlijke vorm van de boom of de habitus, verschilt per geslacht en per soort en kan rond, eirond, zuilvormig, piramidaal of treurvormig zijn, zie hierna foto 1, 2 en 3.

Foto 1 - Eik (Quercus).
Foto 2 - Robinea (Robinea).
Foto 3 - Palmen.

Dode bomen

Ook dode bomen kunnen naast hun ecologische waarde betekenisvol zijn op de golfbaan. De karakteristieke vorm en takstructuur kunnen verrijkend werken wanneer de dode boom of delen daarvan, wordt gehandhaafd. Daar zijn fraaie voorbeelden van, vooral in het buitenland. Niet elke dode boom hoeft te verdwijnen als brandhout! Soms weten kunstenaars de oude boomskeletten nog op te waarderen met kunstuitingen.

De foto's hierna tonen dode bomen of restanten van dode bomen, die op vele manieren kunnen worden gehandhaafd en ingezet. Ook te zien is een detail van stambescherming tegen verdere afbraak m.b.v. trekstangen.

Skelet van boom gebruikt om kunstobjecten in te tonen.
Zwaar boomskelet gehandhaafd naast de green.
Behoud van dode boomstam of restant van vergane glorie?

Green wordt bewaakt door stamdelen van scheefgegroeide, dode boom.
Zware stamdelen als kunstmonument in de baan.
Dode boom als monument naast de fairway.

Hoog afgezaagde stobben als natuurlijke obstakels.
Ecologisch beheer ook in het water.
Een oude reus als dood monument.

Restant van een dode boom opgenomen in een plantvak.
Door de baan, op de fairway gehandhaafde restanten van dode bomen van formaat.
Restant van twee dode bomen in de fairway, monumenten met geschiedenis.

Bomen (in het spel)

Uit respect voor bomen, waardering of kapitaliseren, maar ook vanwege de opgelegde bescherming via Wet- en regelgeving, kunnen deze over de gehele golfbaan belangrijk zijn en gehandhaafd blijven.

Zo zijn de bomen op de golfbaan in te delen naar hun standplaats, te weten;

  1. Naast of om de tee,
  2. In de rough,
  3. Op de fairway,
  4. Rond of aan de green,
  5. In of direct nabij de bunker,
  6. In of direct nabij waterhindernis.
Solitair Den (Pinus) rechts voor de tee.
Bomengroep (Quercus - Eik) in de fairway.

In de rough, naast de fairway een Tamme kastanje (Castanea).
Natuurlijke groeiwijze van groepje bomen, in de rough.
Jong berkenbos (Betula) op de golfbaan, in de rough.

Spelen tussen de bomen door.
Solitair Spar (Picea) midden op de fairway.

Zware en hoge Dennen (Pinus) dicht nabij de green.
Den (Pinus) op een grastong van de bunker.

Wilgen (Salix) in of direct aan het water.
Berken (Betula) langs de rand van de waterhindernis.

Een andere functie van bomen in het spel, is bv. het dienstdoen als markering. Markering van bv. Out of Bounds of waterhindernis, hierbij op de foto als lateraal water.

Boom gebruikt als markering voor out-of-bounds m.b.v. witte streep om de stam.
Boom in gebruik voor aanduiding laterale waterhindernis, voorzien van rode band.

Bomen kunnen een belangrijk obstakel vormen in het spel tijdens een ronde op de golfbaan. Binnen de spelregels is de boom geen 'hindernis' of ‘obstakel’, dit geldt slechts in de belevingswereld van de speler.

Een moeilijke ligging dicht bij een boom.
Hier vormt de boom een behoorlijke hindernis, maar is er geen.
Hindernis, obstakel of zware last? Scheefgroeiende Wil (Salix).
Bal in de boom, hier in een Dadelpalm (Phoenix).
Bal in boomschors geklemd.

Bal in de boom. Spelen zoals hij ligt! Sergio Garcia.
Bal in de boom. Spelen zoals hij ligt! Sergio Garcia.

Aanplant

‘Boompje groot, Plantertje dood’, is een bekend gezegde. Bij de realisatie van nieuwe golfbanen en renovaties lijkt men dit nog wel eens te vergeten. Bomen die vanwege hun grootte, omvang en vorm later beeldbepalend kunnen zijn, hebben tientallen jaren nodig voor hun groei en ontwikkeling.

De (Nederlandse)boomkwekerij biedt voldoende mogelijkheden om tijdig bomen van formaat te planten. Desondanks zie je vanuit (valse)zuinigheid dat er spillen en veren worden geplant of zelfs nog minder, waarbij de begeleidende boompalen vaak duurder en forser zijn dan de ‘boom’ zelf (veren hebben zoals bomen één doorgaande hoofdtak, maar vanaf onderaan kleine zijtakken). Vele jaren zullen spelers hier spelen zonder waarneembare bomen en mogelijk zelfs ergernis vanwege de niets zeggende hindernis van aangepaalde boompjes. Ook bij onderkenning van duurzaamheid en kapitaalswaarde zou men eerder over dienen te gaan naar aanplant van bomen van formaat.

Bos van boompalen.
Jonge aanplant van Walnoot (Juglans).
Zware boompaal bij licht boompje.

Tijdens of voor de aanleg en 25 jaar later.

Situatie 1985.
Situatie 2010. Rechts Lariks of Lork (Larix).

Situatie 1985. Bomengroep van Linden (Tilia).
Situatie 2010. Bomengroep van Linden (Tilia).

Sponsoring of adoptie

Het komt voor dat bedrijven of individuele leden een boom schenken aan de club. Ook zijn er clubs die bomen laten adopteren. In zulke gevallen wordt de gulle gever geëerd met bijvoorbeeld naamsvermelding.

Geadopteerde boom, voorzien van naamplaatje.
Geadopteerde boom, voorzien van naamplaatje.

Standplaats van bomen door de baan

  • 1. Naast of om de tee. In bosbanen zijn de tees geheel omringd door bomen. In open banen kan de tee zijn begrensd door enkele bomen, een boswal, cluster van bomen of solitair (zie foto’s).
Rechts en links van de tee een Eucalypyussoort (Eucalyptus).
Dichtbij de tee een grote Ceder (Cedrus).
Hoog opgekroonde Den (Pinus) naast de tee.

  • 2. In de rough. Dat deel van de baan wat niet tot de tee, green of fairway behoort, vormt de rough. Deze kan geheel uit kruiden bestaan met her en der een boom, uit clusters van bomen, rijen bomen, solitairen bevatten of zelfs geheel uit bomen bestaan en zo een bosperceel vormen. Deze boom of bomen kunnen een sterke invloed uitoefenen op het cours management en soms een lastig (natuurlijk) obstakel vormen. In diverse situaties is de vorm van de fairway een dogleg vanwege de aanwezige bomengroei. In open banen komen bomen nogal eens direct naast de fairway in de rough voor (zie foto’s).

Overhangende Eik (Quercus) vanuit de rough.
Solitair Den (Pinus) in de rough, op de rand van de fairway.

Solitair Eik (Quercus) direct naast de fairway, in de rough.
Spelen tussen de bomen door.

  • 3. Op de fairway. Diverse banen hebben bij de aanleg van de holes, rekening gehouden met de aanwezigheid van solitaire bomen of rijen bomen van betekenis en deze in de fairway gespaard. Deze zijn direct betrokken binnen het spel van de golfer (zie foto’s).

Niet onbelangrijk onderdeel hierbij is de boomspiegel, waarover meer informatie in het Hoofdstuk Fairway.

Midden op de fairway een Eik (Quercus) in wintertooi.
Grote solitair Kers (Prunus) op de fairway, voor de green.
Een Wilg (Salix), vroeg in het voorjaar, rand fairway.

  • 4. Aan of rond de green. In bosbanen zijn de greens geheel omringd door bomen. In open banen kan de green worden begrensd door enkele bomen, een boswal, cluster van bomen of solitairen. Bij het aanspelen van de green kunnen deze zeker visueel, van invloed zijn op de aanspeelbeleving van de golfer. Vooral bij grote hoogteverschillen is de optische beleving van belang (zie foto’s).
Olijfbomen (Olea) voor en rond de green.
Wilgen (Salix) direct achter de green.
Hoge Populieren (Populus) rond zij- en achterkant green.

  • 5. Aan of in de bunker. Diverse banen hebben bunkers met daarin een vast, natuurlijk obstakel in de vorm van een of meerdere bomen (zie foto’s).
Twee Wilgen (Salix) van formaat midden in de bunker.
Berk (Betula) midden in de bunker.

Eik (Quercus) op rand van de bunker.
Twee eikebomen (Quercus) in de bunker.

  • 6. Aan of in waterhindernis. Langs veel waterhindernissen komen bomen voor, solitair of met meerdere bij elkaar. Ook staan er soms bomen in de waterhindernis, daar waar deze niet constant gevuld is met water of op eilandjes in het water (zie foto’s). In het water gevallen dode bomen kunnen bijdragen aan het ecologisch geheel.
Grote Ficusboom (Ficus) aan de waterkant.
Omgevallen dode boom in waterhindernis.

Op veel banen zijn bomen belangrijke geleiders langs verbindingspaden tussen verder uit elkaar gelegen holes. Dit kan zijn in bosgebied, als boomgroep, als houtwal of bv als een pad-, laan- of wegbeplanting. En als vanzelfsprekend zijn de bomen een wezenlijk onderdeel van het beeldvormende en soms beeldbepalende natuur- of cultuurlandschap in en rond de baan. De wisselende seizoenen spelen hierbij in ons land een belangrijke rol, tegenover meer groenblijvende situaties in warmere streken.

Ook op de parkeerplaatsen treffen we soms bomen aan, zo ook op het terras of om en nabij het clubhuis en niet te vergeten aan de toegangsweg of oprijlaan.

Techniek

Afhankelijk van de soort boom kan deze tot meer dan honderd meter hoog worden en tientallen meters in kroondiameter. Ze groeien op nagenoeg alle gronden, tot zelfs in het water. De leeftijd kan oplopen tot meer dan 1000 jaar, maar de meeste bomen leven aanmerkelijk korter tot enkele honderden jaren. En helaas moet gezegd dat de mens, ook op golfbanen, de ontwikkeling van bomen zelden zo ver laat komen. Dit vaak bij gebrek aan bewustzijn van de waarde van dit uiterst duurzame natuurproduct.

Naast de uiterlijke verschillen in vorm (habitus), is er ook een duidelijk herkenbaar verschil in bast op de boomstammen. Een kenmerk waarop ook te determineren valt. Het voert te ver om hier dieper in te gaan op de anatomie van de boom. Onderstaande foto's tonen de bastverschillen van een aantal bekende bomen binnen golfbanen.

Berk (Betula).
Beuk (Fagus).
Eik (Quercus).
Lork (Larix).
Grove den (Pinus).
Kers (Prunus).
Acacia (Robinia).
Tamme kastanje (Castanea).
Esdoorn (Acer).
Eucalyptus (Eucalyptus).

Boombescherming

Voor bescherming en beheer van bomen zou iedere golfbaan over een beheerplan dienen te beschikken, dit naast een duidelijke visie op duurzaamheid. Onderdeel hiervan is i.v.m. de jaarlijks terug kerende werkzaamheden, een duidelijke visie gericht op het eindbeeld dat de beheerder op langere termijn voor ogen heeft. Nog steeds wordt er te snel en te gemakkelijk gedurende de wintermaanden, op veel golfbanen, naar de motorkettingzaag gegrepen.

In het belang van de boom, vanwege zijn functie en zijn kapitaalswaarde, kan de boom binnen de golfbaan op verschillende manieren worden beschermd tegen het geweld van golfballen, onderhoudsmachines en vraat van konijnen en reeën. De inslag van een golfbal brengt duidelijk zichtbare verwondingen toe, die overgroeid worden met wondweefsel (cambium), maar duidelijk littekens achter latend (zie foto’s).

Door golfballen beschadigde bast aan Beuk (Fagus).
Door golfballen beschadigde bast aan Eucalyptus.
Door golfballen beschadigde bast aan Esdoorn (Acer).

Om dit te vermijden is bescherming mogelijk met balvangers. Maar ook schade veroorzaakt door onderhoudsmachines komt voor, welke kan worden voorkomen door naast voorzichtigheid, gebruik te maken van boomroosters, boomkorven, boombeugels of boomjuk. Staat de boom in een verharding opgesloten, dan kunnen beschermende maatregelen rond de boomspiegel worden getroffen, ook op parkeerplaatsen tegen botsende auto’s.

Balvanger als boombescherming tegen inslag van golfballen.
Vorm van boombescherming tegen inslag van golfballen.
Metalen vorm van boombescherming tegen inslag van golfballen.

Vormen van boombescherming tegen inslag van golfballen of vraat van konijnen of reeën.
Bescherming van de stam bij jonge aanplant.

Boomvoet bescherming tegen machineschade.
Jonge aanplant door balvangers beschermd.

Zeker markante bomen en solitairen verdienen aandacht vanuit respect en waardering voor de natuurlijke habitus. De boom, ongeacht de soort, heeft van nature geen kale/takvrije stam en geen uitgedunde kroon. Wel kan er sprake zijn van enig zelfreinigend vermogen wanneer ze te dicht op elkaar staan, denk aan een sparrenbos. Dubbele top, elleboogtakken, zuigers e.d. termen, zijn onderhoudstermen vanuit een beheersvisie, de drang naar vormgeving door de mens.

Binnen het golfspel kunnen bomen in de rough, maar ook in de fairway, rond de green of in de bunker totaal anders benaderd worden dan de laan- en straatboom in dorp of stad. Helaas wordt dit zelden toegepast. Het is ook maar de vraag of onder elke boom door de baan, de maaimachine moet kunnen rijden of dat golfers er vrijelijk onderdoor moeten kunnen lopen. Hier past een wel overwogen keus en misschien wel een verandering in benadering en moet er minder op de automatische piloot worden gewerkt.

Foto 1, 2, 3 en 4: Hoe hoog moet de takvrije stam zijn op een golfbaan, of behouden we de natuurlijke boomvorm? Zie ook de foto’s onder: 3. Op de fairway.

Foto 1: Fraai ontwikkelde, niet opgesnoeide Eik (Quercus).
Foto 2: Eik (Quercus) met ca. 4m takvrije stam.
Foto 3: Veelstammige Eik (Quercus), niet opgesnoeid.
Foto 4: Meerstammige Zilveresdoorn (Acer saccharinum).

Ecologie

Binnen de dynamiek van de wisselwerking en relaties tussen biotoop factoren, omvatten bomen een belangrijk aandeel. Dit zowel in levende als in dode staat. Hierop kan de golfbaanbeheerder belangrijke invloed uitoefenen, waarbij de mate waarin dat wordt gedaan, mee bepalend is voor de belevingswaarde van natuur door de speler. Hierbinnen heeft de boom, levend en dood, een functie in de aanwezige levensgemeenschappen en is essentieel voor het functioneren van het aanwezige ecosysteem. Dieren, vogels en insecten gebruiken bomen of zijn ervan afhankelijk, ziekten doen zich voor, korstmossen en schimmels treden op. De mens grijpt ook hier in, zowel in positieve zin als ook in negatieve zin. Het gaat hier te ver om daar dieper op in te gaan.

Onderstaande foto’s visualiseren het bedoelde.

Grijze eekhoorn.
Groenling.

Groene sprinkhaan.
Nest rupsen.

Kernhout rot.
Dikrandtonderzwam.
Oude boomstam vol tonderzwammen.

Zwam.
Tonderzwammen op holle Beuk (Fagus).

Hoog afgezaagde stobbe opgaand in natuurprocessen van zwammen en mossen.
Korstmos.

Onderhoud

Een bekende uitspraak is, ‘snoeien doet groeien’, dus zou wellicht de drang om in de winter te snoeien, enigszins ingedamd kunnen worden? Het snoeien lijkt menigmaal een argument om in de winter actief te kunnen zijn, om personeel in te zetten i.p.v. non-actief te laten overwinteren. Voorbeelden van onnodig afgezaagde gesteltakken, dubbele stammen of brede kruinen, tonen de enorme drang naar snoeien en het vergaren van open haardhout. Ook hier past een meer beschermend beleid gericht op duurzaamheid en kapitaliseren.

Foto 1, 2, 3 en 4: Naast kennis en vaardigheden zijn visie en eindbeeldbepaling belangrijk bij het onderhoud van bomen en struiken.

Foto 1: Beuk (Fagus).
Foto 2: Spaanse aak of Veldesdoorn (Acer campestre).
Foto 3: Jonge Beuk (Fagus).
Foto 4: Te kappen Eik (Quercus), met witte verf gemerkt.

Het onderhoud van bomen is vaak gericht op veiligheid en verkeerstoegankelijkheid van werktuigen, machines, auto’s e.d. Dit leidt vaak tot vorming van op lolly's gelijkende bomen (een kale, takvrije stam met een bolletje uitgedunde gesteltakken er boven). Snoeien wordt om diverse redenen gedaan en als zodanig benoemd, bv.; onderhoudssnoei, verjongingssnoei, vormsnoei, veiligheidssnoei etc. Soms ook dienen snel groeiende bomen flink beteugeld te worden om uitzicht te behouden, uitzicht op rivier, dorp, landbouwgebied of heuvellandschap.

Maar al te vaak laat men fraaie vergezichten, mooie panorama's dichtgroeien en worden daarmee te niet gedaan, waarbij in later stadium bezwaren tegen terugsnoeien niet zijn uitgesloten. Iedere greenkeeper kent daarna ook het probleem van het snoeihout, van versnipperen, op houtrillen verwerken tot invlechten toe. Het moet gezegd, houtrillen dragen ook weer bij aan de biotoopontwikkeling en zorgen dat er minder blad in de baan waait. Een goede recycling is ook hier op zijn plaats.

Foto's: Snoeiwerkzaamheden en verwerking van takken en hout vormen onderdelen van beleid.

Afvoer van snoeihout.
Snoeihout invlechten of op rillen weg zetten.
Afvoer van zwaar snoeihout.
Zaagpatroon in boomstobbe tegen het opnieuw uitlopen en bespoediging van afsterven.

Van grotere zorg voor de greenkeeper is het behoud van jonge aanplant, het begeleiden van jonge bomen gedurende de eerste twee tot vier jaar van hun ontwikkeling. Vooral het water geven is daarbij zorgenkind. Dit werk kan ook worden uitbesteed. Of hierbij de voedingsconcurrentie van grassen en kruiden een probleem van belang vormt, lijkt me zeer afhankelijk van de standplaats en boomsoort, zeker daar waar we natuurontwikkeling voor staan. Het gevaar van te snel overgaan naar bijmesten, is niet ondenkbeeldig.

Voor het water geven kan gebruik gemaakt worden van het gehanteerde beregeningssysteem of ook door druppelbevloeiing per boom. Ook een ingegraven drainagebuis kan rondom de kluit worden ingezet of rond de boomspiegel kan een aarden wal of kunststof gietrand worden geplaatst. Oppassen voor ontwikkeling van ‘luie’ bomen met beperkt aantal ‘water zoekende’ wortels, evenals gebrek aan ontwikkeling van trekwortels bij te lang en te vast aan boompalen staan, is punt van zorg en aandacht. Dit naast natuurlijk het tijdig losser maken van boombanden en weer verwijderen van boomband en -paal.

Foto 1, 2 en 3: Gebruik en verzorging van boomband is vanaf de aanplant een regelmatig punt voor aandacht en zorg. Aangepaalde bomen vormen in het spel ‘obstakels’.

Dubbele boompaal, boomband en irrigatiedam boomspiegel. Aanplant Berk (Betula).
Aanplant van jonge Wilde kers (Prunus).

Dubbele boompaal, boomband en irrigatiedam boomspiegel.
Boompalen kunnen eerder doorgerot zijn dan dat de boom groot is. Tijdige controle is belangrijk.

Waterstand

Binnen het onderhoud van bomen, vraagt ook de waterbehoefte speciale aandacht. Zie ook Hoofdstuk Beregening. Ten behoeve van de controle op vochtgehalte van de standplaats, zijn moderne hulpmiddelen in gebruik. Zo is er de zogenaamde Plant Care Mini-Logger, een onderhoudsvrije sensor die het bodemvocht en bodemtemperatuur registreert. Met deze apparatuur kan de beheerder de opgenomen data terug lezen. Hiervoor zorgt meegeleverde Data Viewer-software. Met behulp hiervan kan een analyse worden gemaakt en zo nodig hierop actie worden ondernomen. Zo is deze apparatuur ook ter controle van de irrigatie en beregening.

Plant Control meetapparatuur voor vochtgehalte en temperatuur van de bodem.
Plant Control meetapparatuur voor vochtgehalte en temperatuur van de bodem.

Ziekten en Plagen

Bomen kunnen periodiek sterk worden aangetast door de schimmel meeldauw, waardoor ze op afstand geheel wit zien. Het blad van o.a. eiken (Quercus), vooral jonge eiken, kan vaak geheel bepoederd zijn met de Echte meeldauw (Mycrosphaera alphitoides). Er bestaan ook Valse meeldauw soorten, deze onderscheiden zich van de Echte meeldauw door het schimmelpluis op de onderkant van het blad te tonen, dit in tegenstelling tot de Echte meeldauw, waarvan het schimmelpluis op de bovenkant van het blad zit.

Deze schimmel is een echte parasiet en onttrekt voedingstoffen en water uit de plant, waardoor de bladeren uitdrogen en kunnen afvallen. Meestal overleven de bomen de aantasting wel.

Door meeldauw aangetaste Eik (Quercus) ziet helemaal wit.
Eik (Quercus) met blad witgrijs gekleurd van de meeldauw-schimmel.

Een andere aantasting die tot ernstige gevolgen kan leiden, is die van de rupsen van de stippelmotten of spinselmotten, een familie van motten in de orde Lepidoptera. De rupsen (larven) maken tot zeer grote gemeenschappelijke webben, welke ze over alles heen spinnen. Hierbinnen vindt ook de verpopping plaats. Dit spinsel is vrij taai en biedt daardoor enige bescherming tegen vijanden. In sommige jaren kan dit ook op golfbanen tot een plaag leiden.

Met spinsel van de rups van de spinselmot ingepakte bomen en struiken in het voorjaar. Tot zeer extreem.
Met spinsel van de rups van de spinselmot ingepakte bomen en struiken in het voorjaar. Tot zeer extreem.
Met spinsel van de rups van de spinselmot ingepakte bomen en struiken in het voorjaar.

Bij paardenkastanje (Aesculus hippocastanum) en esdoornsoorten (Acer) kunnen aanzienlijke aantastingen voorkomen van bladvlekken, waaronder de “inktvlekken”. Deze worden veroorzaakt door een schimmel (Rhytisma acerinum) die als parasiet in het bladmoes leeft. Het zwarte, is de kleur van de sporen van de schimmel.

Inktvlekkenziekte (Rhytisma acerinum) op esdoorn.
Inktvlekkenziekte (Rhytisma acerinum) op esdoorn.
Inktvlekkenziekte (Rhytisma acerinum) op esdoorn.

Bij fruitbomen komt het verschijnsel voor van 'val-fruit', om welke redenen dan ook afgevallen appel, peren, kersen e.d. Op de grond liggend trekken ze velerlei soorten insecten aan waaronder wespen, maar ook vliegen en vlinders.

Veel valfruit onder fruitbomen trekt ook wespen aan.

Hygiëne

Valappels rond de tee.

De hygiëne ten aanzien van bomen is meer gelegen in de hygiëne rond onderhoudswerkzaamheden en het gebruik van daarvoor bestemd gereedschap en machines, dan bij de boom zelf. Ook al leveren bomen geen vervuiling, in de belevingswereld van de mens kunnen blad, takken, vruchten, bloesem e.d. wel degelijk worden gezien als onhygiënisch.

De arbeidsinspectie bijvoorbeeld, controleert sinds 1 januari 2010 op het gebruik van alkylaatbenzine in draagbare machines zoals motorkettingzagen. Het niet gebruiken van deze zogenaamde aromaatarme brandstoffen wordt gezien als een overtreding van artikel 4.17 van het Arbeidsomstandighedenbesluit.

Ook de chemische bestrijding van de processierups vraagt om zorgvuldige uitvoering, waarbij rekening dient te worden gehouden met de wind en windrichting. Naarmate de spuitdruppel fijner is, zal de spuitvloeistof verder met de wind worden meegedragen en verspreiden.

Hygiëne gericht op rottend fruit of aantrekking van wespen is bv. van toepassing op banen waarbinnen fruitbomen voorkomen. Tijdig verwijderen van valfruit is hier van toepassing.

Veiligheid

Veiligheidsaspecten zijn er in verschillende mate en vorm, als het gaat om boombeheer. Hier valt te denken aan takbreuk (vooral tijdens en na een storm), omvallen door storm, door water of erosie. Maar zo is er ook het irritatiegevaar door bv. de processierups e.d. of het besmettingsgevaar van schimmels en plagen.

Fysiek is er de veiligheidsproblematiek rond achterblijvende stobben en afgezaagde stammen, welke om specifieke aandacht vragen. Vooral in de rough waar de golfer, opzoek naar zijn bal, in de hoge kruidenvegetatie kan struikelen of zich kan verwonden aan de ‘onzichtbare’ restanten (vaak door gras overgroeid).

Dode bomen die vanwege hun ecologische waarde of hun structuur worden gehandhaafd, mogen geen gevaar opleveren van vallend hout.

Stobben van afgezaagde Vlierbes (Sambucus). Ecologisch van belang maar kunnen onveilig zijn in de rough.
Tijdelijke belemmering van doorgang door vallend hout Eiken (Quercus).

Breuk bij storm kan onveilige situaties opleveren, zoals hier van afgebroken Den (Pinus).
Holle es (Fraxinus).

Voor de veiligheid van baanpersoneel is uitbesteding van boomonderhoud aan gespecialiseerde bedrijven met daarop afgestemd gereedschap, machines en klimvaardigheid, zeker aan te bevelen.

Ook het bestrijden van insectenplagen, denk hierbij aan bijvoorbeeld de processierups, is punt van aandacht. Diverse boomsoorten, maar vooral de eik (Quercus), vormen een voedselbron voor deze rups van de nachtvlindersoort de Eikenprocessierupsvlinder. Vooral voor bezoekende golfers kan dit diertje een bron van ergernis vormen. Hierbij is de aandacht voor windrichting en windkracht belangrijk in verband met het over de baan, parkeerplaats of het terras verwaaien van spuitvloeistof.

Uitvoerend personeel dient bij alle werkzaamheden de persoonlijke beschermingsmaatregelen in acht te nemen.

Aanwezigheid van Processierups in Eik (Quercus).
De bestrijding van Processierups vraagt om voorzichtigheid met spuitvloeistof in combinatie met windrichting.
Alarmerende aanduiding van Processierups met lint in Eik (Quercus).

Rottende boomstammen, hier een Beuk (Fagus), vragen om specifieke aandacht.
Tijdig afgezaagde Kersenboom (Prunus), toont weggerot kernhout.
Tijdig afvoeren van stormschade waar nodig.
onderdeel/boom.1490730445.txt.gz · Laatst gewijzigd: 2017/03/28 21:47 door Herman H. Berteler